Menu
DE WOLF
De Canis lupus is een zoogdier dat behoort tot de roofdieren ( Carnivora ) en de familie hondachtigen ( Canidae ). De wolf komt wereldwijd voor maar gaat in verspreidingsgebied achteruit. Er zijn verschillende ondersoorten, waarvan er een aantal zijn uitgestorven. De wolf leeft in groepen en kent een sociale structuur. De wolf is naar alle waarschijnlijkheid de voorouder van de hond
( Canis lupus familiaris ). In ieder geval kunnen ze samen vruchtbare nakomelingen voort brengen, zodat de hond en de wolf, althans volgens bepaalde definities, tot dezelfde soort kunnen worden gerekend.
( Canis lupus familiaris ). In ieder geval kunnen ze samen vruchtbare nakomelingen voort brengen, zodat de hond en de wolf, althans volgens bepaalde definities, tot dezelfde soort kunnen worden gerekend.
Taxonomische Indeling
Rijk Animalia
Stam Chordata
Klasse Mammalia
Orde Carnivora
Familie Canidae
Geslacht Canis
Soort Canis lupus
Rijk Animalia
Stam Chordata
Klasse Mammalia
Orde Carnivora
Familie Canidae
Geslacht Canis
Soort Canis lupus
Uiterlijke Kenmerken
Wolven hebben een kop-romplengte van 80 tot 160 cm, en een staart van 30 tot 50 centimeter. De schouder-hoogte is 65 tot 80 centimeter. Teven zijn zo'n 10 % kleiner dan een Reu : een Reu weegt 20 tot 80 kg, Teven worden gemiddeld 18 tot 50 kg zwaar. De wolf heeft in rust een hartslag van 90 slagen per minuut en een ademhalings-frequentie van 15 tot 20 per minuut. Bij grote inspanning kan dit oplopen tot een hartslag van 200 per minuut en een ademhalingsfrequentie van 100 per minuut.
Wolven hebben een kop-romplengte van 80 tot 160 cm, en een staart van 30 tot 50 centimeter. De schouder-hoogte is 65 tot 80 centimeter. Teven zijn zo'n 10 % kleiner dan een Reu : een Reu weegt 20 tot 80 kg, Teven worden gemiddeld 18 tot 50 kg zwaar. De wolf heeft in rust een hartslag van 90 slagen per minuut en een ademhalings-frequentie van 15 tot 20 per minuut. Bij grote inspanning kan dit oplopen tot een hartslag van 200 per minuut en een ademhalingsfrequentie van 100 per minuut.
Het gehoor, de reukzin en het zichtvermogen zijn goed ontwikkeld. Een wolf kan tegen de wind in andere dieren ontdekken die zich op een afstand van 300 meter van hem bevinden. Ook kan hij uitstekend zien in het donker.
De wolf heeft een zichthoek van 250° ( ter vergelijking: 180° bij mensen). De wolf kan tonen horen tot 40 kHz, tonen die te hoog zijn voor het menselijk gehoor. Speciale hondenfluitjes zijn ontwikkeld, die niet voor mensen, maar wel voor honden en wolven hoorbaar zijn.
De wolf heeft een zichthoek van 250° ( ter vergelijking: 180° bij mensen). De wolf kan tonen horen tot 40 kHz, tonen die te hoog zijn voor het menselijk gehoor. Speciale hondenfluitjes zijn ontwikkeld, die niet voor mensen, maar wel voor honden en wolven hoorbaar zijn.
Gebit
Het gebit van een wolf bestaat uit een totaal van 42 tanden, waarvan 12 snijtanden, 4 hoektanden, 16 voorkiezen, en 10 scheurkiezen en gewone kiezen. De hoektanden van de wolf zijn 2,5 cm lang en zijn sterk, scherp en lichtelijk gekromd. Met deze hoektanden kunnen ze hun prooi grijpen en vasthouden. De druk die een wolf met de hoektanden kan uit oefenen tijdens het bijten, is 15 Mpa. Een wolf kan daarmee het been van een Eland in een hap doorbijten. Een wolf kauwt niet op zijn prooi, maar scheurt het vlees in stukken en slikt het door. Het scheuren van dit vlees doet hij met zijn kleine snijtanden. Met draderige bestandsdelen van het vlees, flost de wolf op een natuurlijke manier zijn tanden. Hierdoor worden de speekselklieren geactiveerd en wordt de mond ook gespoeld. |
Vacht
De wolf heeft een zeer dichte en zachte wintervacht, met een korte ondervacht en lang, grof, dekhaar. Het merendeel van de onder-vacht en een deel van de dekharen worden afgeworpen in het voorjaar en groeien terug in het najaar. De langste haren van de wolf bevinden zich op de achterkant en vooral aan de voorkant en in de nek. In het bijzonder bevinden er zich lange haren op de schouders en ze vormen een kam in het bovenste gedeelte van de hals. De haren op de wangen zijn langwerpig en vormen bosjes. De oren zijn bedekt met korte haren die sterk lijken op de vacht.
De wolf heeft een zeer dichte en zachte wintervacht, met een korte ondervacht en lang, grof, dekhaar. Het merendeel van de onder-vacht en een deel van de dekharen worden afgeworpen in het voorjaar en groeien terug in het najaar. De langste haren van de wolf bevinden zich op de achterkant en vooral aan de voorkant en in de nek. In het bijzonder bevinden er zich lange haren op de schouders en ze vormen een kam in het bovenste gedeelte van de hals. De haren op de wangen zijn langwerpig en vormen bosjes. De oren zijn bedekt met korte haren die sterk lijken op de vacht.
Op de ledematen van de ellenbogen tot aan de calcaneuspezen bevinden zich korte, elastische en nauw aaneensluitende haren. De wintervacht is goed bestand tegen kou. Wolven in noordelijke klimaten kunnen comfortabel rusten in open gebieden bij -40 °C door het plaatsen van hun snuit tussen de achterste benen en het dekken van hun gezicht met de staart. De vacht van een wolf zorgt voor een betere isolatie dan hondenbont en, net als bij veelvraten bevriest de vacht niet wanneer een wolf ademt tegen zijn vacht. In een warm klimaat is de vacht grover en dunner dan in het noorden bij wolven. Vrouwtjes hebben soepeler behaarde benen dan mannetjes en in het algemeen ontwikkelen ze, wanneer ze ouder worden, een meer gestroomlijnde en zachte vacht. Oudere wolven hebben over het algemeen meer witte haren in de punt van de staart, langs de neus en op het voorhoofd.
De wintervacht is het langst behouden bij zogende vrouwtjes, waarbij ze wel een aantal haren verliezen rond de tepels. De lengte van het haar op het midden van de rug is 6 tot 7 cm. De lengte van de dek haren op de schouders is over het algemeen niet meer dan 9 cm, maar kan 11 tot 13 cm bereiken. . De kleur van de vacht varieert van bijna zuiver wit tot verschillende tinten blond, room en oker tot grijs, bruin en zwart. De variatie in kleur van de vacht heeft de neiging te vergroten in hogere breedtegraden. Er zijn bijna geen verschillen in kleur van de vacht tussen de geslachten, hoewel de vacht van een vrouwtje roder kan kleuren. De kleur van de vacht lijkt niet te dienen voor camouflage. Een aantal deskundigen concluderen dat de gemengde kleuren meer te maken hebben met de nadruk op bepaalde gebaren tijden de interactie. Zwart gekleurde wolven (die voort vloeien uit het wolf-hond hybridisatie) komen zelden voor in Eurazië, waar interacties met gedomesticeerde honden zijn verminderd in de afgelopen duizend jaar als gevolg van de uitputting van de wilde wolf. Zwarte exemplaren komen vaker voor in Noord Amerika. Ongeveer de helft van de wolven in Yellowstone National Park is zwart.
Zintuigen
De wolf heeft sterk ontwikkelde zintuigen. De ogen van een wolf zijn beter dan die van de mens. Wolven kunnen net als katachtigen beter zien in het donker.
Mensen hebben meer kegeltjes in de ogen, maar minder staafjes. Wolven zien diepte minder goed op afstand dan de mens, maar wolven herkennen net als honden bewegende objecten eerder.
De wintervacht is het langst behouden bij zogende vrouwtjes, waarbij ze wel een aantal haren verliezen rond de tepels. De lengte van het haar op het midden van de rug is 6 tot 7 cm. De lengte van de dek haren op de schouders is over het algemeen niet meer dan 9 cm, maar kan 11 tot 13 cm bereiken. . De kleur van de vacht varieert van bijna zuiver wit tot verschillende tinten blond, room en oker tot grijs, bruin en zwart. De variatie in kleur van de vacht heeft de neiging te vergroten in hogere breedtegraden. Er zijn bijna geen verschillen in kleur van de vacht tussen de geslachten, hoewel de vacht van een vrouwtje roder kan kleuren. De kleur van de vacht lijkt niet te dienen voor camouflage. Een aantal deskundigen concluderen dat de gemengde kleuren meer te maken hebben met de nadruk op bepaalde gebaren tijden de interactie. Zwart gekleurde wolven (die voort vloeien uit het wolf-hond hybridisatie) komen zelden voor in Eurazië, waar interacties met gedomesticeerde honden zijn verminderd in de afgelopen duizend jaar als gevolg van de uitputting van de wilde wolf. Zwarte exemplaren komen vaker voor in Noord Amerika. Ongeveer de helft van de wolven in Yellowstone National Park is zwart.
Zintuigen
De wolf heeft sterk ontwikkelde zintuigen. De ogen van een wolf zijn beter dan die van de mens. Wolven kunnen net als katachtigen beter zien in het donker.
Mensen hebben meer kegeltjes in de ogen, maar minder staafjes. Wolven zien diepte minder goed op afstand dan de mens, maar wolven herkennen net als honden bewegende objecten eerder.
Als een persoon stil zou staan voor een wolf, bestaat er een kans dat de wolf door de persoon heen kijkt. Wanneer de persoon beweegt ziet de wolf diegene weer wel. Wolven zien beter in het donker, omdat er een uit lichtbrekende kleine kristallen opgebouwde pigment laag achter het netvlies zit. Deze pigment laag reflecteert het licht. Dit is ook de reden waarom de ogen van een wolf of hond oplichten als men er licht op schijnt. Wolven kunnen bijna helemaal om zich heen kijken in een hoek van 270 graden. De mens kan maar 180 graden om zich heen kijken.
Voedsel
De wolf is een specialist wat betreft prooidieren. In roedelverband wordt bij voorkeur gejaagd op de grotere hoefdieren, zoals Elanden, Edelherten, Reeën en Wilde Zwijnen, afhankelijk van het aanbod in een gebied.
Hij eet tevens knaagdieren, haas achtigen, en vogels, maar ook aas en afval. Bij een onderzoek naar het menu van Pools Duitse wolven bleek dat Ree ongeveer de helft van het menu beslaat, Edel-herten dertig procent en Wild Zwijn ongeveer vijftien procent. Kleinere dieren beslaan slechts vijf procent van het menu.
In Scandinavië bestaat de prooi in de winter voornamelijk uit reeën en in de zomer uit ( jonge ) elanden. Ook vee en zelfs honden worden gegrepen. Een onbeschermd schaap is voor een wolf een eenvoudige prooi. Het succes bij de jacht is maar in beperkte mate afhankelijk van het aantal dieren in de roedel. Bij meer dan vier individuen lijkt het succes te stagneren. Dit komt doordat tijdens de jacht het werk vooral wordt gedaan door de enkelingen van de roedel die aan voortplanting doen. Zij die niet instaan voor voortplanting, en dus hun leven niet moeten wagen voor hun nageslacht, kunnen zich in de roedel gedragen als rebels. Ze lijken wel mee te werken, maar doen in feite weinig. Het effect van wolven op de populaties van hun prooidieren vormt een bron van misverstanden. Wolven zullen nooit in staat zijn hun prooidieren uit te roeien, zo lang de prooidieren de vrijheid van migratie hebben. Wolven hebben wel invloed op het migratiegedrag en de conditie van de prooi dier populatie. De prooidieren zullen in streken waar wolven voorkomen zeer alert zijn en steeds proberen zich buiten het bereik van de wolven te begeven. Minder gezonde dieren zullen dan eerder ten prooi vallen dan gezonde dieren, waardoor de populatie van de prooidieren "in conditie" gehouden wordt. Naarmate de prooidieren gezonder zijn, dan wel in lagere dichtheden voorkomen zal ook meer van de wolf gevraagd worden voedsel te bemachtigen, wat z'n effect heeft op conditie en voortplantingssucces van de wolven. Uiteindelijk hebben de prooidieren zo meer invloed op de wolven populatie dan andersom.
Als wolven eenvoudig bij landbouwhuisdieren weten te komen, zullen ze zich hieraan tegoed doen. De wolven zullen in dergelijke voedselrijke gebieden in aantal toenemen. Als vervolgens de bewuste landbouwhuisdieren door betere bescherming niet meer beschikbaar zijn, zullen wolven andere voedselbronnen zoeken, wat gepaard kan gaan met brutaal aandoende vuilnis vreterij. Iets dergelijks zien we bij vossen, bijvoorbeeld in de duinen. Dergelijke interacties tussen mens en wolf versterken het negatieve beeld dat bestaat van wolven.
De wolf is een specialist wat betreft prooidieren. In roedelverband wordt bij voorkeur gejaagd op de grotere hoefdieren, zoals Elanden, Edelherten, Reeën en Wilde Zwijnen, afhankelijk van het aanbod in een gebied.
Hij eet tevens knaagdieren, haas achtigen, en vogels, maar ook aas en afval. Bij een onderzoek naar het menu van Pools Duitse wolven bleek dat Ree ongeveer de helft van het menu beslaat, Edel-herten dertig procent en Wild Zwijn ongeveer vijftien procent. Kleinere dieren beslaan slechts vijf procent van het menu.
In Scandinavië bestaat de prooi in de winter voornamelijk uit reeën en in de zomer uit ( jonge ) elanden. Ook vee en zelfs honden worden gegrepen. Een onbeschermd schaap is voor een wolf een eenvoudige prooi. Het succes bij de jacht is maar in beperkte mate afhankelijk van het aantal dieren in de roedel. Bij meer dan vier individuen lijkt het succes te stagneren. Dit komt doordat tijdens de jacht het werk vooral wordt gedaan door de enkelingen van de roedel die aan voortplanting doen. Zij die niet instaan voor voortplanting, en dus hun leven niet moeten wagen voor hun nageslacht, kunnen zich in de roedel gedragen als rebels. Ze lijken wel mee te werken, maar doen in feite weinig. Het effect van wolven op de populaties van hun prooidieren vormt een bron van misverstanden. Wolven zullen nooit in staat zijn hun prooidieren uit te roeien, zo lang de prooidieren de vrijheid van migratie hebben. Wolven hebben wel invloed op het migratiegedrag en de conditie van de prooi dier populatie. De prooidieren zullen in streken waar wolven voorkomen zeer alert zijn en steeds proberen zich buiten het bereik van de wolven te begeven. Minder gezonde dieren zullen dan eerder ten prooi vallen dan gezonde dieren, waardoor de populatie van de prooidieren "in conditie" gehouden wordt. Naarmate de prooidieren gezonder zijn, dan wel in lagere dichtheden voorkomen zal ook meer van de wolf gevraagd worden voedsel te bemachtigen, wat z'n effect heeft op conditie en voortplantingssucces van de wolven. Uiteindelijk hebben de prooidieren zo meer invloed op de wolven populatie dan andersom.
Als wolven eenvoudig bij landbouwhuisdieren weten te komen, zullen ze zich hieraan tegoed doen. De wolven zullen in dergelijke voedselrijke gebieden in aantal toenemen. Als vervolgens de bewuste landbouwhuisdieren door betere bescherming niet meer beschikbaar zijn, zullen wolven andere voedselbronnen zoeken, wat gepaard kan gaan met brutaal aandoende vuilnis vreterij. Iets dergelijks zien we bij vossen, bijvoorbeeld in de duinen. Dergelijke interacties tussen mens en wolf versterken het negatieve beeld dat bestaat van wolven.
Gedrag& Sociale Structuur
Wolven zijn dag- en schemeringsdieren, maar door felle bejaging zijn ze in veel gebieden (waaronder Europa) een nachtelijke leefwijze erop na gaan houden. De wolf is een goede renner, maar kan ook goed zwemmen. Ze zijn in staat zich snel te verplaatsen, met een topsnelheid van 45 tot 50 km/u. Normaal leggen ze 50 tot 60 kilometer per dag af, maar er is een geval bekend waarin een wolf op één dag 190 kilometer aflegde. Doorgaans zullen ze binnen hun territorium blijven, maar zo nodig kunnen ze in hoog tempo nieuwe gebieden verkennen.
Roedel & Territorium
Wolven zijn sociale dieren die in roedels leven die strikt georganiseerd zijn en geleid worden door een Reu en een Teef die gewoonlijk met Alfa worden aangeduid. Tegenwoordig wordt bij voorkeur gesproken van familiegroepen. Gewoonlijk hebben zij het alleenrecht op voortplanting. De overige dieren zijn meestal
( volwassen ) nakomelingen van het Alfapaar. Een vergelijkbaar stelsel kan ook aangetroffen worden bij andere in groepen jagende hondachtigen, zoals de Dhole ( Cuon alpinus ) uit India en de Afrikaanse Wilde hond ( Lycaon pictus ). De nakomelingen van het Alfa paar blijven hooguit twee jaar in de roedel. Bij een gemiddelde worp van 4 dieren kan de roedel na 2 jaar uit 10 dieren bestaan. Het voedselaanbod is van invloed op de roedelgrootte. Waar veel voedsel is ( bijvoorbeeld Alaska, waar de wolven op Elanden jagen ) leven de wolven in grote roedels die kunnen bestaan uit dertig dieren.
Wolven zijn dag- en schemeringsdieren, maar door felle bejaging zijn ze in veel gebieden (waaronder Europa) een nachtelijke leefwijze erop na gaan houden. De wolf is een goede renner, maar kan ook goed zwemmen. Ze zijn in staat zich snel te verplaatsen, met een topsnelheid van 45 tot 50 km/u. Normaal leggen ze 50 tot 60 kilometer per dag af, maar er is een geval bekend waarin een wolf op één dag 190 kilometer aflegde. Doorgaans zullen ze binnen hun territorium blijven, maar zo nodig kunnen ze in hoog tempo nieuwe gebieden verkennen.
Roedel & Territorium
Wolven zijn sociale dieren die in roedels leven die strikt georganiseerd zijn en geleid worden door een Reu en een Teef die gewoonlijk met Alfa worden aangeduid. Tegenwoordig wordt bij voorkeur gesproken van familiegroepen. Gewoonlijk hebben zij het alleenrecht op voortplanting. De overige dieren zijn meestal
( volwassen ) nakomelingen van het Alfapaar. Een vergelijkbaar stelsel kan ook aangetroffen worden bij andere in groepen jagende hondachtigen, zoals de Dhole ( Cuon alpinus ) uit India en de Afrikaanse Wilde hond ( Lycaon pictus ). De nakomelingen van het Alfa paar blijven hooguit twee jaar in de roedel. Bij een gemiddelde worp van 4 dieren kan de roedel na 2 jaar uit 10 dieren bestaan. Het voedselaanbod is van invloed op de roedelgrootte. Waar veel voedsel is ( bijvoorbeeld Alaska, waar de wolven op Elanden jagen ) leven de wolven in grote roedels die kunnen bestaan uit dertig dieren.
In gebieden met weinig voedsel, als Italië en Spanje, leven de dieren in kleine familiegroepjes, bestaande uit het Alfa paar en hun welpjes. De oudere jongen verlaten al dan niet vrijwillig de roedel, en trekken vaak met hun broertjes en zusjes nog een periode op. Wanneer ze zelf een territorium en een partner gevonden hebben, vormen ze een eigen roedel. Onderzoek in Scandinavië heeft uitgewezen dat een uit de roedel weggetrok-ken teef de locatie van een nieuw territorium bepaalt. Een zwervende reu gaat op zoek naar zo'n geannexeerd gebied. De omvang van een territorium is afhankelijk van de voedselsituatie, maar zal tussen de 200 en 2000 km² liggen. In de Alpen zijn territoria van 350 km² gemeten, in Alaska zijn ze groter. Eenzame wolven op zoek naar een partner of nieuw territorium kunnen grote afstanden afleggen, van tientallen kilometers tot meer dan duizend kilometer.
Communicatie
De wolf kent een grote verscheidenheid aan expressiemogelijkheden, waaronder geluiden. Het bekende huilen is vooral bedoeld om te communiceren over langere afstanden. Afhankelijk van de omstandigheden kunnen wolven dit gehuil op afstanden van zes tot tien kilometer horen. Het afbakenen van het territorium, door middel van te urineren met een opgetilde achterpoot, is voorbehouden aan dominante dieren. Binnen de roedel wordt vooral gecommuniceerd door middel van lichaamstaal. Onderdanige wolven bijvoorbeeld begroeten anderen door onderwerping, met afgewende ogen, staart tussen de achterpoten, lage houding, oren naar achteren en een zacht gejank. Als wolven boos of bang zijn laten ze dat meestal zien met ontblote tanden en gegrom.
De wolf kent een grote verscheidenheid aan expressiemogelijkheden, waaronder geluiden. Het bekende huilen is vooral bedoeld om te communiceren over langere afstanden. Afhankelijk van de omstandigheden kunnen wolven dit gehuil op afstanden van zes tot tien kilometer horen. Het afbakenen van het territorium, door middel van te urineren met een opgetilde achterpoot, is voorbehouden aan dominante dieren. Binnen de roedel wordt vooral gecommuniceerd door middel van lichaamstaal. Onderdanige wolven bijvoorbeeld begroeten anderen door onderwerping, met afgewende ogen, staart tussen de achterpoten, lage houding, oren naar achteren en een zacht gejank. Als wolven boos of bang zijn laten ze dat meestal zien met ontblote tanden en gegrom.
Voortplanting & Ontwikkeling
Een Wolfpup
De wolf is over het algemeen monogaam : paren blijven meestal bijeen tot een van de twee sterft. Na de dood van een wolf wordt snel een nieuw koppel gevormd. Omdat er meestal meer mannetjes zijn in een groep, zijn ongepaarde vrouwtjes een zeldzaamheid. Als een mannelijke wolf niet in staat is om een territorium te maken of een partner te vinden, zal hij met de dochters van een reeds gevestigd broedpaar van een andere groep paren. Zo'n wolven worden casanovawolven genoemd. In tegenstelling tot mannen van gevestigde groepen, vormen ze geen broedpaar met de vrouwtjes waar ze mee paren. Sommige groepen kunnen meerdere vrouwtjes hebben die op deze manier bevrucht zijn, zoals het geval is in Yellowstone National Park.
Een Wolfpup
De wolf is over het algemeen monogaam : paren blijven meestal bijeen tot een van de twee sterft. Na de dood van een wolf wordt snel een nieuw koppel gevormd. Omdat er meestal meer mannetjes zijn in een groep, zijn ongepaarde vrouwtjes een zeldzaamheid. Als een mannelijke wolf niet in staat is om een territorium te maken of een partner te vinden, zal hij met de dochters van een reeds gevestigd broedpaar van een andere groep paren. Zo'n wolven worden casanovawolven genoemd. In tegenstelling tot mannen van gevestigde groepen, vormen ze geen broedpaar met de vrouwtjes waar ze mee paren. Sommige groepen kunnen meerdere vrouwtjes hebben die op deze manier bevrucht zijn, zoals het geval is in Yellowstone National Park.
De leeftijd waarop een wolf voor het eerst gaat paren hangt grotendeels af van de omgevingsfactoren : wanneer voedsel in overvloed is of wanneer de wolvenpopulaties sterk worden beheerd, kunnen wolven op jongere leeftijd welpen groot brengen om de over-vloedige middelen beter te kunnen benutten. Dit wordt ook aangetoond door het feit dat wolven in gevangenschap bereid zijn te paren van zodra ze 9-10 maanden oud zijn, terwijl de jongste geregistreerde paring in het wild bij wolven van twee jaar oud voorkwam.
Vrouwtjes kunnen elk jaar welpen krijgen, met gemiddeld een nest per jaar. In tegenstelling tot de Coyote bereikt de wolf nooit reproductieve veroudering. De Bronstijd vindt meestal plaats in de late winter. Bij oudere vrouwtjes begint die periode 2-3 weken eerder dan jongere vrouwtjes. Als het vrouwtje bereid is te paren, beweegt ze haar staart naar een kant om zo haar vulva bloot te stellen. Tijdens de paring komt de penis van het mannetje vast te zitten in de vagina, iets dat 5-36 minuten kan duren. Omdat de bronsttijd bij wolven slechts een maand duurt, verlaten mannelijke wolven hun vrouwtjes niet om andere vrouwtjes te bevruchten, wat honden wel doen.
De paartijd van wolven verschilt per gebied. In Scandinavië duurt dit van februari tot april. Het nest van een wolf bevindt zich in een grot of een hol, verscholen onder boomwortels of tussen rotsen. Soms graaft hij zijn eigen hol, of vergroot hij een vossenhol of dassenburcht. De andere vrouwtjes huilen bij de ingang, het lijkt net of ze haar aanmoedigen. Tijdens de dracht blijven vrouwelijke wolven in de buurt van hun grondgebied, waar de kans op gewelddadige ontmoetingen kleiner is. Oudere vrouwtjes zijn meestal drachtig in het hol van hun vorige nest, terwijl jongere vrouwtjes meestal in de buurt van hun geboorte plaats blijven. De draagtijd duurt 62-75 dagen. De welpen worden meestal geboren in de zomerperiode. Wolven krijgen relatief gezien grote welpen in kleine nesten in vergelijking met andere hondachtigen. De gemiddelde worp bestaat uit 5 of 6 welpen. Waar prooien overvloedig aanwezig zijn, worden meestal grote nesten geworpen. Uitzonderlijk grote nesten van 14-17 welpen komt slechts in 1% van de gevallen voor. De welpen worden meestal geboren in de lente, die samenvalt met een overeenkomstige stijging van de populatie aan prooien. De welpen worden blind en doof geboren en hebben een korte en zachte, grijsbruine vacht.
Bij de geboorte wegen ze 300-500 gram. Ze beginnen te zien na 9-12 dagen. De melkhoek tanden komen uit na een maand. De welpen verlaten het nest voor het eerst na drie weken. Wanneer ze 1,5 maand oud zijn, zijn ze sterk genoeg om te vluchten voor gevaar. Moederwolven verlaten de eerste weken het hol niet; de vaders halen voedsel voor hen en hun jongen. De welpen beginnen met het eten van vast voedsel op de leeftijd van 3 à 4 weken. De welpen vertonen de snelste groei tijdens de eerste vier maanden: in deze periode vermeerdert het gewicht van de welp ongeveer met factor dertig. In het najaar zijn de welpen groot genoeg om samen met volwassen exemplaren op jacht te gaan op grote prooien. De jongen blijven minstens een jaar bij de roedel. Vaak blijven ze langer bij de roedel, maar soms verlaten één- of tweejarigen de groep, vooral als ze worden gedomineerd door andere roedelleden en ook afhankelijk van het voedselaanbod. In gebieden met grotere prooidieren, zoals Eland en Edelhert is het voordelig een grote roedel te hebben. Wolven kunnen van vijftien tot twintig jaar oud worden in gevangenschap, maar in het wild is zo'n jaar of tien het maximum.
Vrouwtjes kunnen elk jaar welpen krijgen, met gemiddeld een nest per jaar. In tegenstelling tot de Coyote bereikt de wolf nooit reproductieve veroudering. De Bronstijd vindt meestal plaats in de late winter. Bij oudere vrouwtjes begint die periode 2-3 weken eerder dan jongere vrouwtjes. Als het vrouwtje bereid is te paren, beweegt ze haar staart naar een kant om zo haar vulva bloot te stellen. Tijdens de paring komt de penis van het mannetje vast te zitten in de vagina, iets dat 5-36 minuten kan duren. Omdat de bronsttijd bij wolven slechts een maand duurt, verlaten mannelijke wolven hun vrouwtjes niet om andere vrouwtjes te bevruchten, wat honden wel doen.
De paartijd van wolven verschilt per gebied. In Scandinavië duurt dit van februari tot april. Het nest van een wolf bevindt zich in een grot of een hol, verscholen onder boomwortels of tussen rotsen. Soms graaft hij zijn eigen hol, of vergroot hij een vossenhol of dassenburcht. De andere vrouwtjes huilen bij de ingang, het lijkt net of ze haar aanmoedigen. Tijdens de dracht blijven vrouwelijke wolven in de buurt van hun grondgebied, waar de kans op gewelddadige ontmoetingen kleiner is. Oudere vrouwtjes zijn meestal drachtig in het hol van hun vorige nest, terwijl jongere vrouwtjes meestal in de buurt van hun geboorte plaats blijven. De draagtijd duurt 62-75 dagen. De welpen worden meestal geboren in de zomerperiode. Wolven krijgen relatief gezien grote welpen in kleine nesten in vergelijking met andere hondachtigen. De gemiddelde worp bestaat uit 5 of 6 welpen. Waar prooien overvloedig aanwezig zijn, worden meestal grote nesten geworpen. Uitzonderlijk grote nesten van 14-17 welpen komt slechts in 1% van de gevallen voor. De welpen worden meestal geboren in de lente, die samenvalt met een overeenkomstige stijging van de populatie aan prooien. De welpen worden blind en doof geboren en hebben een korte en zachte, grijsbruine vacht.
Bij de geboorte wegen ze 300-500 gram. Ze beginnen te zien na 9-12 dagen. De melkhoek tanden komen uit na een maand. De welpen verlaten het nest voor het eerst na drie weken. Wanneer ze 1,5 maand oud zijn, zijn ze sterk genoeg om te vluchten voor gevaar. Moederwolven verlaten de eerste weken het hol niet; de vaders halen voedsel voor hen en hun jongen. De welpen beginnen met het eten van vast voedsel op de leeftijd van 3 à 4 weken. De welpen vertonen de snelste groei tijdens de eerste vier maanden: in deze periode vermeerdert het gewicht van de welp ongeveer met factor dertig. In het najaar zijn de welpen groot genoeg om samen met volwassen exemplaren op jacht te gaan op grote prooien. De jongen blijven minstens een jaar bij de roedel. Vaak blijven ze langer bij de roedel, maar soms verlaten één- of tweejarigen de groep, vooral als ze worden gedomineerd door andere roedelleden en ook afhankelijk van het voedselaanbod. In gebieden met grotere prooidieren, zoals Eland en Edelhert is het voordelig een grote roedel te hebben. Wolven kunnen van vijftien tot twintig jaar oud worden in gevangenschap, maar in het wild is zo'n jaar of tien het maximum.
Verspreiding
Wolven passen zich makkelijk aan allerlei omstandigheden aan, en leven in een grote verscheidenheid aan habitats. Zowel op toendra's, steppen en prairies als in dichte bossen komen ze voor, in laagland en in gebergten. Hierdoor hebben ze zich verspreid over de gehele Holarctis, noordwaarts tot voorbij de poolcirkel, en zuidelijk tot Mexico, Zuid Europa, Noord-India, China en zelfs in Arabië. De wolf was vroeger het roofdier met het grootste natuurlijke verspreidingsgebied. Tegenwoordig gaat deze eer naar de Vos.
Geschiedenis
Ooit waren wolven een gewone verschijning in het gehele Noordelijke halfrond , maar door toedoen van de mens is hun leefgebied drastisch ingeperkt. Voor een deel is dat omdat het leefgebied door de mens voor andere doeleinden in gebruik genomen is, maar veelal ook door genadeloze vervolging van een door velen schadelijk en gevaarlijk geachte diersoort. In Europa is de wolf steeds verder teruggedrongen. In de zestiende eeuw kwamen er nog wolven voor in Engeland, maar hier worden ze al eeuwen niet meer waargenomen. In Nederland en België is de wolf al sinds het begin van de negentiende eeuw verdwenen. Ook in verschillende andere Europese landen was de wolf geheel of vrijwel geheel uitgeroeid. De wolf was nog in redelijke aantallen aanwezig in Noorwegen, Zweden, Finland, Rusland, Polen, en waarschijnlijk ook in Tjechië, Oostenrijk en alles wat oostelijker en zuidelijker daarvan ligt.
Wolven passen zich makkelijk aan allerlei omstandigheden aan, en leven in een grote verscheidenheid aan habitats. Zowel op toendra's, steppen en prairies als in dichte bossen komen ze voor, in laagland en in gebergten. Hierdoor hebben ze zich verspreid over de gehele Holarctis, noordwaarts tot voorbij de poolcirkel, en zuidelijk tot Mexico, Zuid Europa, Noord-India, China en zelfs in Arabië. De wolf was vroeger het roofdier met het grootste natuurlijke verspreidingsgebied. Tegenwoordig gaat deze eer naar de Vos.
Geschiedenis
Ooit waren wolven een gewone verschijning in het gehele Noordelijke halfrond , maar door toedoen van de mens is hun leefgebied drastisch ingeperkt. Voor een deel is dat omdat het leefgebied door de mens voor andere doeleinden in gebruik genomen is, maar veelal ook door genadeloze vervolging van een door velen schadelijk en gevaarlijk geachte diersoort. In Europa is de wolf steeds verder teruggedrongen. In de zestiende eeuw kwamen er nog wolven voor in Engeland, maar hier worden ze al eeuwen niet meer waargenomen. In Nederland en België is de wolf al sinds het begin van de negentiende eeuw verdwenen. Ook in verschillende andere Europese landen was de wolf geheel of vrijwel geheel uitgeroeid. De wolf was nog in redelijke aantallen aanwezig in Noorwegen, Zweden, Finland, Rusland, Polen, en waarschijnlijk ook in Tjechië, Oostenrijk en alles wat oostelijker en zuidelijker daarvan ligt.
Wolven in Europa
Schattingen van aantallen wolven in Europa ( anno 2000 ): Frankrijk 100, Duitsland 100, Zweden 200, Portugal 300, Spanje 500 tot 2000, Italië 400, Slowakije 400, Polen 900, Finland 150, Rusland 10.000. Tevens zijn er kleinere aantallen wolven in Slovenië, Tjechië, Kosovo, Oostenrijk en Zwitserland.
Wolf In Gevangenschap
De wolf is altijd in Italië geweest. Op een ge-geven moment, zo'n vijftig jaar geleden, bereikte de situatie van de populatie Italiaanse wolven een kritisch punt, met aantallen in de buurt van de honderd, maar ze hebben het in Zuid-Italië overleefd. In 1973 zijn ze weer waargenomen in Emilia - Rogmagna, in 1985 in Allesandra in de Italiaanse regio Piemonte en het grensgebied met Frankrijk, en in 1994 in Valle di Susa. Aantallen en gebieden nemen met iets van 20 tot 40% per jaar toe. Er zijn sinds 1995 meldingen van enkele wolven in "le massif du Carlit" in de Pyrénées Orientales. Recent genetisch onder-zoek heeft aangetoond dat deze uit Italië komen, en niet uit de Spaanse wolven-populatie die meer naar het westen zit. Hieruit blijkt met welke snelheid ze zich in nieuwe gebieden kunnen vestigen. Per jaar komen ze een 20 tot 50 km verder naar het westen, noorden en oosten voor. De laatste meldingen zijn dat ze ook aanwezig zijn in Aubrac in het departement Lozère. Vanuit Italië en/of Frankrijk is de wolf ook sinds 1995 weer minimaal aanwezig in Zwitserland. Er zijn waarnemingen in Zwischbergental, Goms en Mattmark in het kanton Wallisanton, Surselva in het kanton Graubünden, Zürich, Freiburg, Ajoie in het kanton Jura, Vallorbe in het kanton Vaud en Ticino. In Slovenië ligt de noordelijke grens van de Zuidoost-Europese wolvenpopulatie. Hiervan lopen de eersten nu de grens met Italië over. Waarschijnlijk komen er ook al enkelingen in Oostenrijk en Hongarije, Slowakije vormt de westelijke grens van de Oost-Europese wolvenpopulatie. Van Tsjechië is bekend dat er kleine populaties rondlopen.
Schattingen van aantallen wolven in Europa ( anno 2000 ): Frankrijk 100, Duitsland 100, Zweden 200, Portugal 300, Spanje 500 tot 2000, Italië 400, Slowakije 400, Polen 900, Finland 150, Rusland 10.000. Tevens zijn er kleinere aantallen wolven in Slovenië, Tjechië, Kosovo, Oostenrijk en Zwitserland.
Wolf In Gevangenschap
De wolf is altijd in Italië geweest. Op een ge-geven moment, zo'n vijftig jaar geleden, bereikte de situatie van de populatie Italiaanse wolven een kritisch punt, met aantallen in de buurt van de honderd, maar ze hebben het in Zuid-Italië overleefd. In 1973 zijn ze weer waargenomen in Emilia - Rogmagna, in 1985 in Allesandra in de Italiaanse regio Piemonte en het grensgebied met Frankrijk, en in 1994 in Valle di Susa. Aantallen en gebieden nemen met iets van 20 tot 40% per jaar toe. Er zijn sinds 1995 meldingen van enkele wolven in "le massif du Carlit" in de Pyrénées Orientales. Recent genetisch onder-zoek heeft aangetoond dat deze uit Italië komen, en niet uit de Spaanse wolven-populatie die meer naar het westen zit. Hieruit blijkt met welke snelheid ze zich in nieuwe gebieden kunnen vestigen. Per jaar komen ze een 20 tot 50 km verder naar het westen, noorden en oosten voor. De laatste meldingen zijn dat ze ook aanwezig zijn in Aubrac in het departement Lozère. Vanuit Italië en/of Frankrijk is de wolf ook sinds 1995 weer minimaal aanwezig in Zwitserland. Er zijn waarnemingen in Zwischbergental, Goms en Mattmark in het kanton Wallisanton, Surselva in het kanton Graubünden, Zürich, Freiburg, Ajoie in het kanton Jura, Vallorbe in het kanton Vaud en Ticino. In Slovenië ligt de noordelijke grens van de Zuidoost-Europese wolvenpopulatie. Hiervan lopen de eersten nu de grens met Italië over. Waarschijnlijk komen er ook al enkelingen in Oostenrijk en Hongarije, Slowakije vormt de westelijke grens van de Oost-Europese wolvenpopulatie. Van Tsjechië is bekend dat er kleine populaties rondlopen.
Na de Tweede Wereldoorlog zijn er in Duitsland minstens negen wolven dood geschoten die het gelukt was de grens, het toenmalige IJzeren Gordijn ( 13 augustus 1961 / 9 november 1989 ) te passeren. De kansen zijn echter gekeerd, de landmijnen zijn grotendeels verdwenen en de aantallen wolven nemen weer toe.
Door de val van het communisme in de Sovjet Unie is de jacht verminderd en zijn de aantallen sterk toegenomen. Via Polen zijn ook in Duitsland weer wolven teruggekeerd. Aanvankelijk leefden ze op een legeroefenterrein in de deelstaat Saksen bij het drielandenpunt met Polen en Tsjechië in de Niederschlesischer Oberlausitzkreis, maar nu zijn ze al verder Duitsland in getrokken. In 1996 zijn de eerste wolven uit Polen naar Duitsland gekomen en in 1997 sprak men al over twee roedels. In 2005 zijn dat nog steeds twee roedels wolven in Duitsland. Een roedel op de Neustadler Heide met in 2005 vijf welpen en een roedel op de Muskauer Heide met in 2005 acht welpen. Enkele wolven dragen zenders zodat ze goed te volgen zijn. In de tussentijd was er sprake van vermenging met Herdershonden. Dat komt vaker voor bij wolven en honden. Aangezien er nu al een aantal jaren wolven in Duitsland zijn had de populatie groter moeten zijn. Er worden dus wat wolven vermist die mogelijk zijn afgeschoten, slachtoffer zijn geworden van auto's of zich verder verspreid hebben, bijvoorbeeld naar Tjechië, terug naar Polen of naar het westen.
Omdat men in Duitsland de wolven goed in de gaten houdt weet men dat er minstens dertien dieren zoek zijn. Er zijn in 2005 waarnemingen van wolven geweest in Altmark in Saksen Anhalt en dat is al ten westen van Berlijn. De laatste tijd zijn er ook meldingen van wolven in het Bayerse Woud waarschijnlijk afkomstig uit Tsjechië of Oostenrijk of misschien via Tsjechië afkomstig uit Duitsland. Waarschijnlijk zijn er ook enkele roedels in Tsjechië. Het verschijnen van zwervers in Nederland is hierdoor op termijn niet onmogelijk.
Doordat de wolf sterk lijkt op de Herdershond kunnen ze zich vrij onopvallend over straat bewegen. Men schat hun aantal begin 2006 in Duitsland op een kleine 20 dieren. In 2009 zijn er in Duitsland 4 roedels met jongen, plus nog wat enkelingen. Hun aantallen worden geschat op 40 dieren. Zwervers zijn waargenomen in plaatsen als Dassow en Lübtheen. Op 4 maart 2010 verscheen het bericht dat er in de Duitse deelstaat Noordrijn Westfalen op ongeveer 100 km van de Nederlandse grens een wolf werd waargenomen. Na het verslinden van een schaap werd de aanwezigheid met een DNA-test bewezen. Er wordt geschat dat er meer wolven in de omgeving voorkomen. In 2012 werd een doodgeschoten wolf gevonden in het Westerwald tussen Keulen en Frankfurt. Ook in dat jaar werd een nest waargenomen dat geboren was op een legerplaats bij Munster in Nedersaksen, 170 kilometer van de grens met Groningen en Drenthe.
Het wolvenbestand in Zweden en Noorwegen omvatte tussen 127 en 151 dieren in de winter van 2006/2007, waarvan 19-21 dieren in Noorwegen gevonden werden en de rest in Zweden. In begin van de 19e eeuw was er een groot wolvenbestand in Noorwegen en Zweden, maar dat verminderde sterk tot het midden van de 20ste eeuw. Deze sterke teruggang had een aantal oorzaken: een uit-braak van de wolvenpest rond 1840 en in 1845 startte de Noorse overheid een campagne om de wolven uit te roeien. De sterke bevolkingsgroei zorgde ervoor dat er minder prooidieren beschikbaar kwamen. In de jaren 60 waren er geen wolven meer in Noorwegen en Zweden. Vanaf het einde van de jaren 70 kwamen er weer nieuwe dieren vanuit Finland en zijn er fokprogramma's gestart.
De Wolf in Nederland
Omstreeks 1800 kwamen wolven in Nederland nog in redelijke aantallen voor. De laatste waarneming van een wolf in Nederland stamt uit 1897 toen een wolf in Heeze, Noord Brabant werd gesignaleerd ( doodgeschoten ). Geregeld duiken verhalen op over waarnemingen, bijvoorbeeld in 2000 in Zeeland. maar deze zijn nooit bevestigd.
In 2010 zijn ongeveer honderd kilometer van de grens met Duitsland wolven waargenomen en de verwachting is dat deze binnen afzienbare tijd de grens zullen oversteken. De kans dat ze in het agrarische landschap zullen overleven, is groot. De kans dat je de dieren ziet is klein.
In 2011 is er naar verluidt een wolf gezien bij Duiven ( Gelderland ). De kans dat dit inderdaad een wolf betrof wordt geschat op 95%. Het gaat hierbij vermoedelijk om een wolf uit Duitsland. Ook in België, in Gedinne in de provincie Namen, is eind september 2011 door een ploeg van het televisie-programma Dieren In Nesten een wolf gesignaleerd. Geregeld zijn voorstellen gelanceerd om wolven in Nederland te introduceren. In 2008 nog opperde Staatsbosbeheer het plan om wolven los te laten in de Oostvaardersplassen. Op de Veluwe en in de Oostvaardersplassen zou een kleine groep kunnen overleven binnen een afgerasterd gebied.
Door de val van het communisme in de Sovjet Unie is de jacht verminderd en zijn de aantallen sterk toegenomen. Via Polen zijn ook in Duitsland weer wolven teruggekeerd. Aanvankelijk leefden ze op een legeroefenterrein in de deelstaat Saksen bij het drielandenpunt met Polen en Tsjechië in de Niederschlesischer Oberlausitzkreis, maar nu zijn ze al verder Duitsland in getrokken. In 1996 zijn de eerste wolven uit Polen naar Duitsland gekomen en in 1997 sprak men al over twee roedels. In 2005 zijn dat nog steeds twee roedels wolven in Duitsland. Een roedel op de Neustadler Heide met in 2005 vijf welpen en een roedel op de Muskauer Heide met in 2005 acht welpen. Enkele wolven dragen zenders zodat ze goed te volgen zijn. In de tussentijd was er sprake van vermenging met Herdershonden. Dat komt vaker voor bij wolven en honden. Aangezien er nu al een aantal jaren wolven in Duitsland zijn had de populatie groter moeten zijn. Er worden dus wat wolven vermist die mogelijk zijn afgeschoten, slachtoffer zijn geworden van auto's of zich verder verspreid hebben, bijvoorbeeld naar Tjechië, terug naar Polen of naar het westen.
Omdat men in Duitsland de wolven goed in de gaten houdt weet men dat er minstens dertien dieren zoek zijn. Er zijn in 2005 waarnemingen van wolven geweest in Altmark in Saksen Anhalt en dat is al ten westen van Berlijn. De laatste tijd zijn er ook meldingen van wolven in het Bayerse Woud waarschijnlijk afkomstig uit Tsjechië of Oostenrijk of misschien via Tsjechië afkomstig uit Duitsland. Waarschijnlijk zijn er ook enkele roedels in Tsjechië. Het verschijnen van zwervers in Nederland is hierdoor op termijn niet onmogelijk.
Doordat de wolf sterk lijkt op de Herdershond kunnen ze zich vrij onopvallend over straat bewegen. Men schat hun aantal begin 2006 in Duitsland op een kleine 20 dieren. In 2009 zijn er in Duitsland 4 roedels met jongen, plus nog wat enkelingen. Hun aantallen worden geschat op 40 dieren. Zwervers zijn waargenomen in plaatsen als Dassow en Lübtheen. Op 4 maart 2010 verscheen het bericht dat er in de Duitse deelstaat Noordrijn Westfalen op ongeveer 100 km van de Nederlandse grens een wolf werd waargenomen. Na het verslinden van een schaap werd de aanwezigheid met een DNA-test bewezen. Er wordt geschat dat er meer wolven in de omgeving voorkomen. In 2012 werd een doodgeschoten wolf gevonden in het Westerwald tussen Keulen en Frankfurt. Ook in dat jaar werd een nest waargenomen dat geboren was op een legerplaats bij Munster in Nedersaksen, 170 kilometer van de grens met Groningen en Drenthe.
Het wolvenbestand in Zweden en Noorwegen omvatte tussen 127 en 151 dieren in de winter van 2006/2007, waarvan 19-21 dieren in Noorwegen gevonden werden en de rest in Zweden. In begin van de 19e eeuw was er een groot wolvenbestand in Noorwegen en Zweden, maar dat verminderde sterk tot het midden van de 20ste eeuw. Deze sterke teruggang had een aantal oorzaken: een uit-braak van de wolvenpest rond 1840 en in 1845 startte de Noorse overheid een campagne om de wolven uit te roeien. De sterke bevolkingsgroei zorgde ervoor dat er minder prooidieren beschikbaar kwamen. In de jaren 60 waren er geen wolven meer in Noorwegen en Zweden. Vanaf het einde van de jaren 70 kwamen er weer nieuwe dieren vanuit Finland en zijn er fokprogramma's gestart.
De Wolf in Nederland
Omstreeks 1800 kwamen wolven in Nederland nog in redelijke aantallen voor. De laatste waarneming van een wolf in Nederland stamt uit 1897 toen een wolf in Heeze, Noord Brabant werd gesignaleerd ( doodgeschoten ). Geregeld duiken verhalen op over waarnemingen, bijvoorbeeld in 2000 in Zeeland. maar deze zijn nooit bevestigd.
In 2010 zijn ongeveer honderd kilometer van de grens met Duitsland wolven waargenomen en de verwachting is dat deze binnen afzienbare tijd de grens zullen oversteken. De kans dat ze in het agrarische landschap zullen overleven, is groot. De kans dat je de dieren ziet is klein.
In 2011 is er naar verluidt een wolf gezien bij Duiven ( Gelderland ). De kans dat dit inderdaad een wolf betrof wordt geschat op 95%. Het gaat hierbij vermoedelijk om een wolf uit Duitsland. Ook in België, in Gedinne in de provincie Namen, is eind september 2011 door een ploeg van het televisie-programma Dieren In Nesten een wolf gesignaleerd. Geregeld zijn voorstellen gelanceerd om wolven in Nederland te introduceren. In 2008 nog opperde Staatsbosbeheer het plan om wolven los te laten in de Oostvaardersplassen. Op de Veluwe en in de Oostvaardersplassen zou een kleine groep kunnen overleven binnen een afgerasterd gebied.
Sinds 1992 zijn er waarnemingen van wolven in Frankrijk. In de Alpen, de grensstreek met Italië, in de Mercantour en daarbuiten. DNA-analyse heeft aangetoond dat deze dieren uit Italië komen. Tijdens de Ronde van Frankrijk werd er zelfs door boeren actie gevoerd tegen de wolven in de Alpen, omdat er slachtoffers bij de schapen vielen. In 2005 schatte men dat er ongeveer 80 wolven in Frankrijk leven in 7 tot 11 roedels. Het jaar daarop wordt een aantal op meer dan hon-derd dieren geschat. Er is dat jaar een vergunning afgegeven om zes wolven af te schieten als deze meerdere malen schapen doden. In 2004 zijn er daadwerkelijk drie dieren afgeschoten. In de winter van 2004/2005 is er een permanente aanwezigheid van wolven vastgesteld in de volgende gebieden en Departementen van Frankrijk.
Gevaar voor de Mens
In de middeleeuwen en daarvoor werd de wolf als een schadelijk dier beschouwd, doordat het landbouw-dieren als schapen en geiten at. Ook deden er in die tijd verhalen en sprookjes de ronde dat wolven ook mensen aanvielen. In de loop der tijd is het dier om die reden afgeschoten en uitgestorven. In principe kunnen wolven, en zeker een roedel wolven, ongewapende mensen, en zeker kleine kinderen, de baas. In de praktijk vlucht de wolf voor de mens. Er is een beperkt aantal gevallen bekend waarin wolven mensen aten. Dit waren mensen die door andere oorzaken waren gestorven, bijvoorbeeld oorlogsslachtoffers. In andere gevallen, waarbij de wolf zelf de mensen had gedood, was er mogelijk sprake van hondsdolheid of verdedigde de wolf zichzelf of zijn jongen. Recentelijk overleed er nog een jongetje in Rusland door bloedverlies nadat deze werd gebeten door een wolf die hij in een dierentuin probeerde te aaien. De hond, de naaste verwant van de wolf, maakt jaarlijks ook enkele dodelijke slachtoffers. Mensen en kinderen worden slechts in uitzonderlijke gevallen aangevallen, vrijwel alleen als ze zich wagen in de buurt van een nest met jongen. In Noord-Amerika, waar ongeveer zestigduizend wolven leven, is in de afgelopen jaren ( vrijwel ) geen mens aangevallen door een wolf.
.
Het enige bekende slachtoffer is een man, M. Kenton Carnegie, die in december 2005 in Saskatchewan Canada door wolven is gedood. Het is bekend dat wolven als individu schuw zijn. Hoe groter de roedel is, hoe meer de wolf durft te bejagen. Een Eland wordt nooit door één of twee wolven aangevallen, dat gebeurt alleen met een groep van meer dan zes dieren. Aan de andere kant heeft de wolf de voorkeur om in kleine groepen van twee of drie dieren te leven in landschappen waar voldoende kleine prooien te bemachtigen zijn. Het vormen van grote roedels lijkt vooral te gebeuren in gebieden met lange koude winters met veel sneeuw. In zo'n periode zijn grote prooien nog goed te speuren, de kleine prooien zijn dan in winterslaap of leven dan diep verborgen onder de sneeuw. En zelfs die grote roedels mijden de plaatsen waar ze mensen kunnen tegenkomen.
Gevaar voor de Mens
In de middeleeuwen en daarvoor werd de wolf als een schadelijk dier beschouwd, doordat het landbouw-dieren als schapen en geiten at. Ook deden er in die tijd verhalen en sprookjes de ronde dat wolven ook mensen aanvielen. In de loop der tijd is het dier om die reden afgeschoten en uitgestorven. In principe kunnen wolven, en zeker een roedel wolven, ongewapende mensen, en zeker kleine kinderen, de baas. In de praktijk vlucht de wolf voor de mens. Er is een beperkt aantal gevallen bekend waarin wolven mensen aten. Dit waren mensen die door andere oorzaken waren gestorven, bijvoorbeeld oorlogsslachtoffers. In andere gevallen, waarbij de wolf zelf de mensen had gedood, was er mogelijk sprake van hondsdolheid of verdedigde de wolf zichzelf of zijn jongen. Recentelijk overleed er nog een jongetje in Rusland door bloedverlies nadat deze werd gebeten door een wolf die hij in een dierentuin probeerde te aaien. De hond, de naaste verwant van de wolf, maakt jaarlijks ook enkele dodelijke slachtoffers. Mensen en kinderen worden slechts in uitzonderlijke gevallen aangevallen, vrijwel alleen als ze zich wagen in de buurt van een nest met jongen. In Noord-Amerika, waar ongeveer zestigduizend wolven leven, is in de afgelopen jaren ( vrijwel ) geen mens aangevallen door een wolf.
.
Het enige bekende slachtoffer is een man, M. Kenton Carnegie, die in december 2005 in Saskatchewan Canada door wolven is gedood. Het is bekend dat wolven als individu schuw zijn. Hoe groter de roedel is, hoe meer de wolf durft te bejagen. Een Eland wordt nooit door één of twee wolven aangevallen, dat gebeurt alleen met een groep van meer dan zes dieren. Aan de andere kant heeft de wolf de voorkeur om in kleine groepen van twee of drie dieren te leven in landschappen waar voldoende kleine prooien te bemachtigen zijn. Het vormen van grote roedels lijkt vooral te gebeuren in gebieden met lange koude winters met veel sneeuw. In zo'n periode zijn grote prooien nog goed te speuren, de kleine prooien zijn dan in winterslaap of leven dan diep verborgen onder de sneeuw. En zelfs die grote roedels mijden de plaatsen waar ze mensen kunnen tegenkomen.
Tegenwoordig wordt de wolf in vele landen beschermd, in Duitsland sinds 1989. In Frankrijk en Duitsland wordt er geld uitgekeerd voor door wolven veroorzaakte schade. De angst voor de wolven kwam veel voor in diverse samenlevingen. Hoe wolven reageren op de mens is grotendeels afhankelijk van eerdere ervarin-gen met mensen : wolven die geen negatieve ervaringen hebben met de mensen of afhankelijk zijn van voedsel, tonen weinig angst voor de mensen. Ze zijn over het algemeen niet gevaarlijk voor de mens, zolang ze met weinig zijn, voldoende voedsel hebben, weinig contact hebben met de mensen en als er af en toe op wordt gejaagd. Hoewel wolven agressief kunnen reageren als ze geprovoceerd worden, blijven dit soort aanvallen meestal beperkt tot beten op de ledematen. De werkelijke roofzuchtige aanvallen gaan meestal om enkele wolven of groepen die de mens als prooi beschouwen. Dergelijke aanvallen kunnen voorafgegaan worden door een lange periode van gewenning waarbij wolven geleidelijk hun angst verliezen voor de mens. De slachtoffers worden over het algemeen aan gevallen rond de hals en het gezicht en worden dan weggesleept en geconsumeerd, tenzij de wolven worden verstoord. Roofzuchtige aanvallen kunnen op elk moment van het jaar voorkomen, met een piek in de periode Juni – Augustus, wanneer de kans dat mensen beboste
gebieden betreden toeneemt ( voor vee of om bessen en paddenstoelen te plukken ).
gebieden betreden toeneemt ( voor vee of om bessen en paddenstoelen te plukken ).
Er zijn echter ook aanvallen van ( niet-hondsdolle ) wolven in de winter zijn waargenomen, meer bepaald in Wit Rusland, in de districten Kirovsk en Irkoetsk , Karelië en Oekraïne. Wolven met welpen hebben ook meer spanningen om voedsel tijdens deze periode. De meerderheid van de slachtoffers van roofzuchtige aanvallen zijn kinderen; in de zeldzame gevallen waarin volwassenen worden gedood, zijn de slachtoffers bijna altijd vrouwen. Niet-hondsdolle wolven zijn in staat om een onder-scheid te maken tussen gewapende en ongewapende mensen en zullen mensen met een wapen meestal vermijden. Wolfshonden kunnen brutaler zijn dan echte wolven. Ze leven ook gemakkelijker in de omgeving van bewoonde plaatsen, waardoor ze potentieel veel gevaarlijker zijn voor vee en de mensen.
Gevallen van hondsdolle wolven zijn laag in vergelijking met andere soorten, omdat wolven geen primaire gastheer zijn voor de ziekte. Wolven kunnen de ziekte krijgen van andere dieren zoals honden, jakhalzen en vos-sen. Hondsdolheid bij wolven komt zeer zelden voor in Noord Amerika, maar zijn wel veel gevallen bij de Oostelijke Middellandse Zee, in het Midden Oosten en in Centraal Azie. Wolven ontwikkelen een zeer hoog niveau van "razernij" bij hondsdolheid. Dit, samen met hun grootte en kracht, maakt dolle wolven misschien wel de meest gevaarlijke soort van dolle dieren. Beten van hondsdolle wolven zijn 15 keer gevaarlijker dan die van dolle honden. Dolle wolven handelen meestal alleen, reizen over grote afstanden en bijten vaak grote aantal mensen en huisdieren. De meeste aanvallen van dolle wolven vinden plaats in het voorjaar en de herfst. Anders dan bij roofzuchtige aanvallen worden de slachtoffers van dolle wolven niet opgegeten. De aanval duurt over het algemeen slechts een dag. De slachtoffers worden ook willekeurig gekozen, hoewel de slachtoffers in de meeste gevallen volwassen mannen zijn.
Gevallen van hondsdolle wolven zijn laag in vergelijking met andere soorten, omdat wolven geen primaire gastheer zijn voor de ziekte. Wolven kunnen de ziekte krijgen van andere dieren zoals honden, jakhalzen en vos-sen. Hondsdolheid bij wolven komt zeer zelden voor in Noord Amerika, maar zijn wel veel gevallen bij de Oostelijke Middellandse Zee, in het Midden Oosten en in Centraal Azie. Wolven ontwikkelen een zeer hoog niveau van "razernij" bij hondsdolheid. Dit, samen met hun grootte en kracht, maakt dolle wolven misschien wel de meest gevaarlijke soort van dolle dieren. Beten van hondsdolle wolven zijn 15 keer gevaarlijker dan die van dolle honden. Dolle wolven handelen meestal alleen, reizen over grote afstanden en bijten vaak grote aantal mensen en huisdieren. De meeste aanvallen van dolle wolven vinden plaats in het voorjaar en de herfst. Anders dan bij roofzuchtige aanvallen worden de slachtoffers van dolle wolven niet opgegeten. De aanval duurt over het algemeen slechts een dag. De slachtoffers worden ook willekeurig gekozen, hoewel de slachtoffers in de meeste gevallen volwassen mannen zijn.
Aanvallen van wolven op mensen waren in Europa zeldzaam vóór de 20ste eeuw. In Frankrijk duiden historische waarnemingen erop dat in de periode 1580-1830 : 3272 mensen werden gedood door wolven, van wie er 1961 werden gedood door niet-hondsdolle wolven. Kerken en administraties uit Italië geven aan dat er in de 15de en 19de eeuw 440 mensen werden gedood door wolven, die zich in het centrale deel van de Po vlakte bevonden, dat ooit een deel van het hedendaagse Zwitserland omvatte.
Voor 1882 werden in Fenno Scandinavië in 300 jaar tijd 94 kinderen onder de leeftijd van 12 jaar gedood door niet-dolle wolven. Tussen 1840 en 1861 vonden in Rusland 273 niet-hondsdolle aanvallen plaats, wat resulteerde in de dood van 169 kinderen en 7 volwassenen. Tussen 1944 en 1950 werden 22 kinderen werden gedood door wolven in de leeftijd van 3 tot en met 17 jaar in de Oblas Kirov. Er zijn talrijke gedocumenteerde verslagen van wolvenaanvallen in Azië, met drie Indiase deelstaten die de melding gaven van een groot aantal niet-hondsdolle aanslagen in de afgelopen decennia. Deze aanvallen werden goed gedocumenteerd door professionele biologen. In Hazarjibagh raakten tussen 1980 en 1986 100 kinderen gewond en werden er 122 gedood.
In Noord-Amerika zijn er zeer weinig geregistreerde aanvallen, hoewel de mondelinge geschiedenis van een aantal inheemse Amerikaanse stammen bevestigt dat de wolven zo nu en dan wel mensen doden. Stammen die leven in bossen vreesden wolven meer dan hun tegenhangers in de toendra, omdat ze wolven vaker plots en in dichtere gebieden tegenkomen. De reden waarom er zo weinig aanvallen plaatsvinden in Noord-Amerika tegenover Eurazië, is mogelijk te verklaren omdat Noord-Amerika een grotere beschikbaarheid heeft tot vuurwapens. Hierdoor leerden Noord Amerikaanse wolven mensen meer te vrezen dan hun Euraziatische tegenhangers. Nochtans blijken ontmoetingen met agressieve wolven in Noord Amerika in aantal toe te nemen. Een studie besprak 80 gebeurtenissen in Alaska en Canada waar wolven dicht het volk kwamen of het aanvielen, waaronder 39 gevallen van agressie door ogenschijnlijk gezonde wolven en 29 gevallen van onverschrokken gedrag van niet-agressieve wolven. In de 21ste eeuw in Noord Amerika waren er ten minste twee dodelijke aanvallen door wilde, niet-dolle wolven: in 2005 werd er een man gedood in Saskatchewan, Canada, en in 2010 werd een vrouw gedood terwijl ze aan het joggen was in de buurt van Chignik Lake in Alaska.
Voor 1882 werden in Fenno Scandinavië in 300 jaar tijd 94 kinderen onder de leeftijd van 12 jaar gedood door niet-dolle wolven. Tussen 1840 en 1861 vonden in Rusland 273 niet-hondsdolle aanvallen plaats, wat resulteerde in de dood van 169 kinderen en 7 volwassenen. Tussen 1944 en 1950 werden 22 kinderen werden gedood door wolven in de leeftijd van 3 tot en met 17 jaar in de Oblas Kirov. Er zijn talrijke gedocumenteerde verslagen van wolvenaanvallen in Azië, met drie Indiase deelstaten die de melding gaven van een groot aantal niet-hondsdolle aanslagen in de afgelopen decennia. Deze aanvallen werden goed gedocumenteerd door professionele biologen. In Hazarjibagh raakten tussen 1980 en 1986 100 kinderen gewond en werden er 122 gedood.
In Noord-Amerika zijn er zeer weinig geregistreerde aanvallen, hoewel de mondelinge geschiedenis van een aantal inheemse Amerikaanse stammen bevestigt dat de wolven zo nu en dan wel mensen doden. Stammen die leven in bossen vreesden wolven meer dan hun tegenhangers in de toendra, omdat ze wolven vaker plots en in dichtere gebieden tegenkomen. De reden waarom er zo weinig aanvallen plaatsvinden in Noord-Amerika tegenover Eurazië, is mogelijk te verklaren omdat Noord-Amerika een grotere beschikbaarheid heeft tot vuurwapens. Hierdoor leerden Noord Amerikaanse wolven mensen meer te vrezen dan hun Euraziatische tegenhangers. Nochtans blijken ontmoetingen met agressieve wolven in Noord Amerika in aantal toe te nemen. Een studie besprak 80 gebeurtenissen in Alaska en Canada waar wolven dicht het volk kwamen of het aanvielen, waaronder 39 gevallen van agressie door ogenschijnlijk gezonde wolven en 29 gevallen van onverschrokken gedrag van niet-agressieve wolven. In de 21ste eeuw in Noord Amerika waren er ten minste twee dodelijke aanvallen door wilde, niet-dolle wolven: in 2005 werd er een man gedood in Saskatchewan, Canada, en in 2010 werd een vrouw gedood terwijl ze aan het joggen was in de buurt van Chignik Lake in Alaska.
Reichswald Duitsland
Waarneming wolf
Op 12 februari 2012 is in dit gebied mogelijk een Wolf waargenomen. Het gaat waarschijn-lijk om een wolf die aan het zwerven was, afkomstig vanuit het Duitsland. Tijdens zo’n zwerftocht kunnen wolven een paar 100 kilometer afleggen in een zeer korte tijd. Maar het blijft toch spannend wan-neer de eerste echt waarneming met fotobewijs gaat plaatsvinden! Het Reichswald lijkt in ieder geval een prima ecologische verbinding te zijn voor de wolf om natuurgebieden in
Nederland te bezoeken. Recentelijk is er een ecologische verbindingszone gemaakt van 500 meter breed en 200 meter in lengte tussen het Reichswald en de Sint Jansberg.
Op voormalig agrarisch land zijn bosschages aangelegd. De zone maakt onderdeel uit van de ro-buuste ecologische verbinding die loopt vanaf de Oostvaardersplassen, via de Veluwe, Ketelwald en Maaswoud naar de Eifel.
Men zegt zelfs al dat er een roedel voorkomt in het Reichswald.
Dit is niet ver afgelegen van de Veluwe ( ca 50 km ).
Nu maar hopen dat de wolf zich snel gaat vestigen op de Veluwe.
Waarneming wolf
Op 12 februari 2012 is in dit gebied mogelijk een Wolf waargenomen. Het gaat waarschijn-lijk om een wolf die aan het zwerven was, afkomstig vanuit het Duitsland. Tijdens zo’n zwerftocht kunnen wolven een paar 100 kilometer afleggen in een zeer korte tijd. Maar het blijft toch spannend wan-neer de eerste echt waarneming met fotobewijs gaat plaatsvinden! Het Reichswald lijkt in ieder geval een prima ecologische verbinding te zijn voor de wolf om natuurgebieden in
Nederland te bezoeken. Recentelijk is er een ecologische verbindingszone gemaakt van 500 meter breed en 200 meter in lengte tussen het Reichswald en de Sint Jansberg.
Op voormalig agrarisch land zijn bosschages aangelegd. De zone maakt onderdeel uit van de ro-buuste ecologische verbinding die loopt vanaf de Oostvaardersplassen, via de Veluwe, Ketelwald en Maaswoud naar de Eifel.
Men zegt zelfs al dat er een roedel voorkomt in het Reichswald.
Dit is niet ver afgelegen van de Veluwe ( ca 50 km ).
Nu maar hopen dat de wolf zich snel gaat vestigen op de Veluwe.