Menu
Praktisch Tuinieren
Toelichting op de Plantennamen
Planten hebben gewoonlijk drie namen : één voor het geslacht, één voor de soort en één voor de variëteit. De eerste naam is de geslachtsnaam, bijv. Acer negundo, Acer palmatum en Acer pseudoplatanus. Wanneer binnen een soort afwijkende vormen zijn ontstaan spreekt men van een variëteit. De naam van de variëteit komt achter de soortnaam. Treedt de variëteit in het wild op, dan wordt de gehele naam cursief geschreven - Acer nugundo violaceum. Behalve deze natuurlijke variëteiten zijn er ook cultuur-variëteiten, afgekort cultivars, die hun ontstaan aan het werk van de mens danken. Bij cultivars wordt de variëteitsnaam niet cursief geschreven en tussen enkelvoudige aanhalingstekens gezet - Acer negundo 'Auratum'.
Een andere term die men veel zal tegenkomen is hybride. Dit is een plant die is verkregen door kruising van twee soorten van hetzelfde geslacht. In een dergelijk geval wordt vóór de naam van de nieuwe plant een vermenigvuldigingsteken geplaatst - Nepeta x faassenii is een hybride, ontstaan uit Nepeta mussinni en Nepeta nepetella. Is de hybride het resultaat van een kruising tussen twee geslachten, dan wordt dit aangegeven door het 'x' teken voor de geslachtsnaam te zetten - x Cupressocyparis is het kruisingsproduct van Cupressus en Chamaecyparis.
Het komt voor dat de botanische naam van een plant op grond van voortgezet wetenschappelijk onderzoek moet worden herzien. Heeft een plant betrekkelijk kort geleden een naamsverandering ondergaan, dan wordt ook de oude en wellicht beter bekende naam vermeld, eventueel voorafgegaan door de afkorting syn. voor synoniem. Vele planten zijn nog steeds het best of zelfs uitsluitend bekend onder hun gewone Nederlandse naam, sneeuwklokjes en druifhyacinten, eik en beuk, afrikaantjes en leeuwebekken. Bollen & KnollenVanaf het eerste sneeuwklokje in januari tot de laatste nerine in de herfst zorgen bol- en knolgewassen voor een rijkdom aan kleur en de meeste vragen weinig aandacht.
Het grote sortiment bollen en knollen, verkrijgbaar bij kweker en tuincentrum, is een belangrijk uitgangspunt voor gemakkelijk tuinieren. Eenmaal geplant kunnen vele bollen en knollen verder aan hun lot worden overgelaten.
|
Terwijl de grote meerderheid van vaste planten, eenjarigen en perkplanten alleen in de zomer bloeit, strekt de bloeitijd van bollen zich uit van januari tot december. Ook het gemak waarmee bollen zich aan de omstandigheden aanpassen vormt een voordeel. Ze groeien goed in de meeste grondsoorten, hebben zelden extra humus, bemesting of steun nodig en de meeste gedijen zowel in half-schaduw als in de volle zon. Ze kunnen in grote aantallen verwilderen in grasvelden en natuurtuinen. Groepjes bollen vrolijken bedden en borders op al vóór deze uit hun rust ontwaken.
Zij zorgen voor kleur onder bomen en heesters, groeien in potten en balkonbakken en vullen in de winter het huis met hun geur en kleur. Er zijn zowel soorten, de regelrecht zijn van afstammelingen van in het wild groeiende bollen, als hybriden verkrijgbaar. Nieuwe hybriden zijn vaak erg duur, maar oude al bekende zijn goedkoper dan soorten en hebben grotere en levendiger gekleurde bloemen. Bollen en knollen kunnen naar bloeitijd in vier groepen worden ingedeeld, namelijk winter- en vroege lentebloeiers, lente-, zomer- en herfstbloeiers.
|
De Eerste Bloemen van het Jaar
Het bekende Sneeuwklokje ( Galanthus nivalis ) is elk jaar de eerste die verschijnt. Kort daarna volgen de blauwe, stervormige Sneeuwroem ( Chionodaxa luciliae ), de vroege crocussen, cyclamen en scilla's. Een andere vroege lentebode is de kleine Winterakoniet ( Eranthis hyemalis ) met zijn heldergele bloemen boven een geveerde kraag van groene blaadjes.
Lenteboden
In maart, april en mei verschijnen de bloemen van de lentebloeiers. Het eerste komen de crocussen en narcissen. Deze komen het best tot hun recht als men ze tussen het gras of in flinke groepen onder bomen laat verwilderen. Andere lenteboden zijn hyacinten, blauwe druifjes ( Muscari botryoides ), vroege tulpen en lenteklokjes. Hyacinten zijn zeer geschikt voor balkonbakken omdat daar de zware geur van de dichte bloemtrossen niet onopgemerkt zal verwaaien. Voor de tuin kan men beter kleine maten bollen met een omvang van ongeveer 12 - 13 cm gebruiken, dan de grotere bollen die in huis tot bloei worden gebracht. De bloemtrossen zijn dan wat kleiner maar ook beter bestand tegen wind en regen. De kleine soorten zoals Hyacintus amethystinus en Hyacintus azureus zijn zeer geschikt voor de rotstuin of de voorkant van de border. De eerste tulpen, geschikt voor rotstuinen en perken, verschijnen in maart, terwijl de grotere hybriden in april en mei bloeien. De darwintulpen met hun sterke stelen worden wel het meest gevraagd.
Zomerse Variatie
De voorzomer wordt ingeluid door Erythroniums, sierlijke Fritillaria's, helderblauwe Scilla's en Anemonen. Deze kleine bolbloemen zijn zeer geschikt om aan de rand van een bloembed of in bakken te worden geplant. Hierna komen Ranunculus, Ixia en Sparaxis in de warme zonnige borders waar ze geleidelijk plaats maken voor Sieruien ( Allium ) en botanische gladiolen. Midden in de zomer verschijnen de statige gladiolehybriden, de gebogen bloemtrossen van Crocosmia ( Montbretia's ) en de welriekende Acidanthera's. Al deze bloemen voelen zich zowel in borders met vaste planten als tussen heesters thuis.
Kleur in Herfst & Winter
In september nemen de sierlijke kleine Herfsttijloos ( Colchicum ) en Crocus speciosus het over van de gladiolehybriden. Net als in de lente bloeiende crocussen kunnen ook deze het best in grote groepen onder bladverliezende bomen en in hoekjes van de rotstuin worden gezet, of, wat de herfsttijlozen betreft in groepjes tussen het gras waar ze kunnen verwilderen en jaren achtereen ongemoeid gelaten kunnen worden. De herfst brengt ook de grote trompetvormige roze of witte bloemen van Amaryllis belladonna. Dan komen de nerines met hun trotse helderroze en rode bloemen op de bladerloze stelen en de sternbegonia's met hun helder gele crocusachtige bloemen, die bloeien van september tot november. Als het jaar ten einde loopt, geven bollen van hyacint, narcis en tulp in huis kleur aan de donkere maanden. En buiten opent zich onder kale bomen Cyclamen coum, waarvan de tere roze en witte bloemen soms al eind december de nieuwe lente aankondigen.
Het bekende Sneeuwklokje ( Galanthus nivalis ) is elk jaar de eerste die verschijnt. Kort daarna volgen de blauwe, stervormige Sneeuwroem ( Chionodaxa luciliae ), de vroege crocussen, cyclamen en scilla's. Een andere vroege lentebode is de kleine Winterakoniet ( Eranthis hyemalis ) met zijn heldergele bloemen boven een geveerde kraag van groene blaadjes.
Lenteboden
In maart, april en mei verschijnen de bloemen van de lentebloeiers. Het eerste komen de crocussen en narcissen. Deze komen het best tot hun recht als men ze tussen het gras of in flinke groepen onder bomen laat verwilderen. Andere lenteboden zijn hyacinten, blauwe druifjes ( Muscari botryoides ), vroege tulpen en lenteklokjes. Hyacinten zijn zeer geschikt voor balkonbakken omdat daar de zware geur van de dichte bloemtrossen niet onopgemerkt zal verwaaien. Voor de tuin kan men beter kleine maten bollen met een omvang van ongeveer 12 - 13 cm gebruiken, dan de grotere bollen die in huis tot bloei worden gebracht. De bloemtrossen zijn dan wat kleiner maar ook beter bestand tegen wind en regen. De kleine soorten zoals Hyacintus amethystinus en Hyacintus azureus zijn zeer geschikt voor de rotstuin of de voorkant van de border. De eerste tulpen, geschikt voor rotstuinen en perken, verschijnen in maart, terwijl de grotere hybriden in april en mei bloeien. De darwintulpen met hun sterke stelen worden wel het meest gevraagd.
Zomerse Variatie
De voorzomer wordt ingeluid door Erythroniums, sierlijke Fritillaria's, helderblauwe Scilla's en Anemonen. Deze kleine bolbloemen zijn zeer geschikt om aan de rand van een bloembed of in bakken te worden geplant. Hierna komen Ranunculus, Ixia en Sparaxis in de warme zonnige borders waar ze geleidelijk plaats maken voor Sieruien ( Allium ) en botanische gladiolen. Midden in de zomer verschijnen de statige gladiolehybriden, de gebogen bloemtrossen van Crocosmia ( Montbretia's ) en de welriekende Acidanthera's. Al deze bloemen voelen zich zowel in borders met vaste planten als tussen heesters thuis.
Kleur in Herfst & Winter
In september nemen de sierlijke kleine Herfsttijloos ( Colchicum ) en Crocus speciosus het over van de gladiolehybriden. Net als in de lente bloeiende crocussen kunnen ook deze het best in grote groepen onder bladverliezende bomen en in hoekjes van de rotstuin worden gezet, of, wat de herfsttijlozen betreft in groepjes tussen het gras waar ze kunnen verwilderen en jaren achtereen ongemoeid gelaten kunnen worden. De herfst brengt ook de grote trompetvormige roze of witte bloemen van Amaryllis belladonna. Dan komen de nerines met hun trotse helderroze en rode bloemen op de bladerloze stelen en de sternbegonia's met hun helder gele crocusachtige bloemen, die bloeien van september tot november. Als het jaar ten einde loopt, geven bollen van hyacint, narcis en tulp in huis kleur aan de donkere maanden. En buiten opent zich onder kale bomen Cyclamen coum, waarvan de tere roze en witte bloemen soms al eind december de nieuwe lente aankondigen.
De Meest Geliefde Bol- & Knolbloemen
Narcissen
Geen tuin is volledig zonder groepjes goudgele trompetnarcissen die wiegen in de voorjaarswind. De narcis kende men al in de oudheid, er zijn afbeeldingen van narcissen gevonden in Egyptische graven en in de werken van Homerus en Socrates worden ze genoemd. De narcis is een van de gemakkelijkst verwilderende bolgewassen aangezien hij goed groeit onder bomen, op de hoeken van gazons en op met gras begroeide oevers en taluds. De meeste tuinvariëteiten zijn ontstaan uit wilde soorten. Er zijn nu meer dan 8000 narcisrassen, onderverdeeld naar bloemvorm en kleur. De bloemen bestaan uit een bijkroon of trompet omgeven door zes bloemslippen. Bij de trompetnarcissen is de trompet even lang als of langer dan de bloemslippen. De trompet is bovenaan gekarteld of gekroesd en de zes over elkaar liggende bloemslippen hebben meestal een spitse punt. De kleuren variëren : bij sommige zijn zowel de bijkroon als de bloemslippen helder geel, bij andere is het geel van de bloemslippen donkerder of .lichter dan dat van de bijkroon. Tweekleurige trompet-narcissen hebben een gele bijkroon en witte bloemslippen en bij een derde groep is alles wit. |
Een in verhouding tot de bloemslippen minder lange bijkroon of trompet hebben de groot- en klein kronige narcissen. Zij vertonen een grote variatie in kleur : bijkroon en bloemslippen kunnen wit, roomkleurig, geel, roze, rood of oranje zijn; soms zijn ze van dezelfde, soms van verschillende kleuren. Bij de dubbelbloemige narcissen is de bijkroon niet te onderscheiden van de bloemslippen. Ze zijn wit, roomkleurig, lichtgeel of oranje. De triandrus- en cyclamineusnarcissen hebben hangende klokvormige bijkronen en teruggeslagen bloemslippen. Tazetta- of trosnarcissen hebben meer bloemen per steel, de poeticus narcissen hebben een gekartelde bijkroon die gekleurd is, en witte naast elkaar liggende bloemslippen. Jonquille narcissen hebben een opvallende zoete geur. Elke stengel draagt een kleine tros bloemen met een platte roomkleurige, gele of oranje bijkroon in een afstekende tint.
Crocussen
Een grote groep crocussen geeft in de vroege lente, als er nog maar weinig andere planten in de tuin bloeien, een weelde van kleuren. De gele, blauwe of paarse bloemen openen zich voor de gele trompetnarcissen en komen net als deze het best uit in het gras of in groepen onder heesters. De meeste crocussen zijn hybriden of benaamde variëteiten.. Maar er zijn nog soorten verkrijgbaar, zoals Crocus ancyrensis waarbij uit één knol meer dan 20 kleine bloemen komen. Er zijn zowel in de lente als in de herfst en winter bloeiende crocussen. Alle komen uit kleine, vrij platte knolletjes. De in winter en lente bloeiende crocussen vormen hun ongesteelde bloemen tegelijk met de bladeren die veel op gras lijken. Bij de herfstbloeiers komen de bladeren pas na de bloei. De crocusbloemen zijn 8- 12 cm hoog en bestaan uit zes bloembladen die bij de hybriden en benaamde variëteiten rondm en bij de wilde soorten puntig zijn. Bij heldere zon gaan de bloemen wijd open, waarbij de mooie goudgele of oranje helmknoppen zichtbaar worden. |
De in de winter bloeiende crocussen die vanaf februari buiten bloeien, zijn ontwikkeld uit Crocus chrysanthus en andere soorten. De bloemen zijn 8 cm hoog en variëren in kleur van diverse tinten geel tot blauw en paars. Vele hebben contrasterende strepen of vlekken en de kleur aan de binnenzijde verschilt vaak van die aan de buitenzijde.
De groot bloemige crocussen die in maart bloeien zijn Hollandse variëteiten van de Crocus vernus. Dit zijn de grootste crocussen. De 12 cm hoge bloemen zijn wit, blauw, violet, paarsrood of goudgeel, soms met strepen van een andere kleur. In de herfst bloeiende crocussen verschijnen vanaf september tot november. De bloemen die 10 - 12 cm hoog worden zijn zuiver wit, zacht lila of paarsblauw. Ze vertonen veel overeenkomst met de Herfsttijloos ( Colchicum autumnale ) die lila of roze bloemen heeft.
De groot bloemige crocussen die in maart bloeien zijn Hollandse variëteiten van de Crocus vernus. Dit zijn de grootste crocussen. De 12 cm hoge bloemen zijn wit, blauw, violet, paarsrood of goudgeel, soms met strepen van een andere kleur. In de herfst bloeiende crocussen verschijnen vanaf september tot november. De bloemen die 10 - 12 cm hoog worden zijn zuiver wit, zacht lila of paarsblauw. Ze vertonen veel overeenkomst met de Herfsttijloos ( Colchicum autumnale ) die lila of roze bloemen heeft.
Gladiolen
De latijnse naam gladiolus betekent zwaard en slaat op de vorm van de bladeren, maar het zijn de fraaie bloemen die de plant zo aantrekkelijk maken. De kleuren, variërend van lichtgeel tot helder scharlaken, verlevendigen de zomerse tuin. Op water zijn de bloemen lang houdbaar. De afzonderlijke bloemen staan in twee rijen aan één dikke bloemstengel en wijzen in dezelfde richting. De bloeiwijze kan tot 60 cm lang zijn en bestaat uit 16 tot 26 trompetvor-mige bloemen die elk zes bloembladen hebben waarvan de buitenste drie iets terug geslagen zijn. Soms zijn de bloemen effen, maar vaker twee- of driekleurig, met een opvallende tekening in de keel. De knollen van de gladiool zijn niet winterhard. Naar grootte en vorm van de bloem zijn er vier groepen te onderscheiden. De grootbloemige hybriden, meer geschikt voor de tuin dan als snijbloem, vormen 60 cm lange bloemaren. De driehoekige, over elkaar vallende bloemen zijn 10 - 14 cm in doorsnee. |
De bloeiwijze van primulinus gladiolen is slanker, ongeveer 45 cm lang, met vrijstaande, 5 - 8 cm brede bloemen, die niet in twee rijen groeien. Het bovenste bloemblad is meestal naar binnen omgeslagen en over helmknoppen en stempel gevouwen. Ook bij de miniatuur hybriden in het bovenste bloemblad licht naar binnen geslagen, maar de bloemen zijn kleiner ( 3 - 5 cm ) dan bij de primulinus gladiolen. De bloemen, die vaak geplooide of ingesneden bloembladen hebben, staan dicht open in een 45 cm lange bloeiwijze. De butterfly gladiolen komen wat de bloembladen en de stand van de bloemen betreft overeen met de grootbloemige hybriden, maar de bloeiwijze is korter ( tot 55 cm ), de randen van de bloemblaadjes zijn vaak geplooid en ingesneden en de bloemen zijn ongeveer 8 cm in doorsnee. Deze groep bezit de meest opvallende keeltekening.
Hyacinten
Tijdens de kleurloze winterdagen kunnen de welriekende hyacintenbloemen meer kleur en vreugde brengen in dan niet zo bloemrijke huiskamers. Hoewel hyacinten veel als kamerplant worden gebruikt, zijn ze ook zeer geschikt voor de tuin en voor bakken en potten. Sommige kwekers leveren geprepareerde bollen die, als ze in de herfst worden geplant, tegen de Kerst in plaats van in januari zullen bloeien. Hoe bollen vervroegd in bloei getrokken kunnen worden staat verder op beschreven. De gekweekte hyacinten stammen bijna alle af van een enkele wilde soort.
Hyacinthus orientalis, en de moderne variëteiten hebben de karakteristieke grootbloemige bloeiwijze, één per bol. Ze staan bekend als Hollandse hyacinten. Grote bollen met een grote bloemtros zijn geschikt voor in huis; in de tuin zijn de kleine bollen door hun kortere stelen en kleinere bloemtrossen beter bestand tegen regen en wind.
De sterk geurende bloemen kunnen wit, roomkleurig, geel, zalmkleurig, roze, rood, licht- en donder blauw of paars zijn.
Bij Hyacinthus orientalis var. albulus komt uit elke bol een kleinere bloeiwijze. Er zijn onder de naam Multiflora zeer grote bollen met 9 - 12 bloemtrossen. De afzonderlijke bloemen, in tinten wit, roze en blauw staan minder dicht opeen dan bij de Hollandse hyacinten. Ze kunnen het best in huis worden opgekweekt, waar ze van januari tot maart bloeien; de voorbehandelde ( geprepareerde ) bollen bloeien tegen Kerstmis.
Tijdens de kleurloze winterdagen kunnen de welriekende hyacintenbloemen meer kleur en vreugde brengen in dan niet zo bloemrijke huiskamers. Hoewel hyacinten veel als kamerplant worden gebruikt, zijn ze ook zeer geschikt voor de tuin en voor bakken en potten. Sommige kwekers leveren geprepareerde bollen die, als ze in de herfst worden geplant, tegen de Kerst in plaats van in januari zullen bloeien. Hoe bollen vervroegd in bloei getrokken kunnen worden staat verder op beschreven. De gekweekte hyacinten stammen bijna alle af van een enkele wilde soort.
Hyacinthus orientalis, en de moderne variëteiten hebben de karakteristieke grootbloemige bloeiwijze, één per bol. Ze staan bekend als Hollandse hyacinten. Grote bollen met een grote bloemtros zijn geschikt voor in huis; in de tuin zijn de kleine bollen door hun kortere stelen en kleinere bloemtrossen beter bestand tegen regen en wind.
De sterk geurende bloemen kunnen wit, roomkleurig, geel, zalmkleurig, roze, rood, licht- en donder blauw of paars zijn.
Bij Hyacinthus orientalis var. albulus komt uit elke bol een kleinere bloeiwijze. Er zijn onder de naam Multiflora zeer grote bollen met 9 - 12 bloemtrossen. De afzonderlijke bloemen, in tinten wit, roze en blauw staan minder dicht opeen dan bij de Hollandse hyacinten. Ze kunnen het best in huis worden opgekweekt, waar ze van januari tot maart bloeien; de voorbehandelde ( geprepareerde ) bollen bloeien tegen Kerstmis.
Sneeuwklokjes
De kraalvormige groene knoppen van het sneeuwklokje ( Galanthus nivalis ) kunnen in januari en februari al boven de sneeuw uitsteken, maar zullen bij zeer koud weer gesloten blijven tot ze de warmte van de zon voelen. De knikkende bloemen bestaan uit zes bloemblaadjes waarvan de buitenste die langer zijn dan de binnenste. Sneeuwklokjes kunnen in groepjes worden geplant of een vaste plantenborder, in een hoek van het gazon of tussen het gras onder bomen. De bollen drogen aan de lucht snel uit en het is dan ook het best ze direct na de bloei weer in de grond te zetten. Als je ge-droogde bolletjes koopt, plant ze ook dan zo snel mogelijk. Ze zullen het eerste jaar niet zo goed bloeien, omdat ze tijd nodig hebben om te acclimatiseren, maar als ze zich eenmaal hersteld hebben zullen ze goed bloeien en verder weinig aandacht vragen.
De kraalvormige groene knoppen van het sneeuwklokje ( Galanthus nivalis ) kunnen in januari en februari al boven de sneeuw uitsteken, maar zullen bij zeer koud weer gesloten blijven tot ze de warmte van de zon voelen. De knikkende bloemen bestaan uit zes bloemblaadjes waarvan de buitenste die langer zijn dan de binnenste. Sneeuwklokjes kunnen in groepjes worden geplant of een vaste plantenborder, in een hoek van het gazon of tussen het gras onder bomen. De bollen drogen aan de lucht snel uit en het is dan ook het best ze direct na de bloei weer in de grond te zetten. Als je ge-droogde bolletjes koopt, plant ze ook dan zo snel mogelijk. Ze zullen het eerste jaar niet zo goed bloeien, omdat ze tijd nodig hebben om te acclimatiseren, maar als ze zich eenmaal hersteld hebben zullen ze goed bloeien en verder weinig aandacht vragen.
Ze hebben het liefst halfschaduw en een zware, vochtige grond. Hoewel men ze weinig in huis ziet, zijn sneeuwklokjes evenals krokussen en hyacinten ook geschikt voor de potcultuur. Wel moeten ze vrij koel worden gehouden. Laat ze bijvoorbeeld in de koude bak tot de bloemknoppen zichtbaar zijn en breng ze dan in een koele kamer, bij voor-keur niet warmer dan 10°C.
Tulpen
Meer dan 300 jaar geleden werd de tulp van Turkije naar Nederland gebracht en vandaar naar andere landen van Europa. Intussen hebben de Nederlandse bollenkwekers de oorspronkelijke soorten zodanig gekruist, terug gekruist en veranderd dat het noodzakelijk werd, ze al naar de kenmerken in groepen in te delen. Tulpen zorgen evenals andere bolgewassen voor een rijkdom aan kleur, zonder veel verzorging te vragen. Alleen ziekten, plagen of een te natte bodem kunnen oorzaak zijn dat ze het eerste jaar niet bloeien. Een tulpenbol loopt spits toe en heeft een dunne huid. De bol vormt één enkele rechte bloei-stengel. Dicht bij de grond verschijnen een of twee lancetvormige bladeren en hoger aan de stengel nog eens twee of drie kleinere. De bloem heeft zes bloembladen en kan wit, rood, roze, oranje, violet, purper, paars of tweekleurig zijn. Al naar de groep kan de tulpenbloem variëren van kort bekervormig tot groot en rond ( Darwintulpen ), dubbel zijn, de vorm van een pioenroos hebben of toegespitst en lelieachtig zijn.
Meer dan 300 jaar geleden werd de tulp van Turkije naar Nederland gebracht en vandaar naar andere landen van Europa. Intussen hebben de Nederlandse bollenkwekers de oorspronkelijke soorten zodanig gekruist, terug gekruist en veranderd dat het noodzakelijk werd, ze al naar de kenmerken in groepen in te delen. Tulpen zorgen evenals andere bolgewassen voor een rijkdom aan kleur, zonder veel verzorging te vragen. Alleen ziekten, plagen of een te natte bodem kunnen oorzaak zijn dat ze het eerste jaar niet bloeien. Een tulpenbol loopt spits toe en heeft een dunne huid. De bol vormt één enkele rechte bloei-stengel. Dicht bij de grond verschijnen een of twee lancetvormige bladeren en hoger aan de stengel nog eens twee of drie kleinere. De bloem heeft zes bloembladen en kan wit, rood, roze, oranje, violet, purper, paars of tweekleurig zijn. Al naar de groep kan de tulpenbloem variëren van kort bekervormig tot groot en rond ( Darwintulpen ), dubbel zijn, de vorm van een pioenroos hebben of toegespitst en lelieachtig zijn.
Andere zijn hoekig, openen zich wijd tot een stervorm ( Kaufmanniana tulpen ) of zijn gedraaid en dragen franje ( Papegaaitulpen ). Botanische tulpen, de oorspronkelijke soorten dus, zijn zeer geschikt voor de rotstuin en mooi door hun korte stevige stelen en buitengewoon heldere kleuren.
Het Planten van Bollen & Knollen
Keuze van de Plaats en Klaarmaken van de Grond
Als de grond redelijk is en goed afwatert en de standplaats beschermd is tegen harde wind, zullen de meeste bollen overal in de tuin goed gedijen. Ze kunnen worden geplant in perken en borders, in rotstuinen en bakken, en sommige kleine bollen zoals Sneeuwklokje, Winterakoniet en Crocus ook onder heesters en bomen. Andere, speciaal Narcissen en Crocussen, verwilderen gemakkelijk tussen het gras, waar ze jaren achtereen aan hun lot overgelaten kunnen worden.
Keuze van de Plaats en Klaarmaken van de Grond
Als de grond redelijk is en goed afwatert en de standplaats beschermd is tegen harde wind, zullen de meeste bollen overal in de tuin goed gedijen. Ze kunnen worden geplant in perken en borders, in rotstuinen en bakken, en sommige kleine bollen zoals Sneeuwklokje, Winterakoniet en Crocus ook onder heesters en bomen. Andere, speciaal Narcissen en Crocussen, verwilderen gemakkelijk tussen het gras, waar ze jaren achtereen aan hun lot overgelaten kunnen worden.
De meeste bollen hebben voorkeur voor een plaats in de zon, maar enkele, waaronder Cyclamen, Erytrhonium, Scilla, Sneeuwklokje en Winter-akoniet doen het ook goed op een beschaduwde plaats. Sommige bollen, waaronder Acidanthera, Amaryllis, Nerine en Sparaxis, zijn gevoelig voor koude en kunnen het best tegen een muur op het zuiden worden geplant waar ze zoveel mogelijk zon krijgen en beschermd zijn tegen de wind. Denk er bij het planten van in de lente bloeiende bollen tussen het gras aan, dat dit niet eerder gemaaid mag worden dan, nadat de bladeren geel zijn geworden. Plant ze op een plaats waar het ongemaaide gras niet direct opvalt. Plant in de lente bloeiende bollen van september tot november, in de zomer bloeiende in maart ( de minder winterharde typen in april - mei ) en in de herfst bloeiende in juli en augustus.
Ongeacht de tijd van het jaar moet de plaats waar geplant wordt, goed worden klaar gemaakt. Spit de grond om en verwijder alle ongewenste kruiden en steentjes. Meng tuinturf of goed verteerde compost door de grond ( één emmer per vierkante meter ) en laat de grond dan zo een paar dagen rusten.
Ongeacht de tijd van het jaar moet de plaats waar geplant wordt, goed worden klaar gemaakt. Spit de grond om en verwijder alle ongewenste kruiden en steentjes. Meng tuinturf of goed verteerde compost door de grond ( één emmer per vierkante meter ) en laat de grond dan zo een paar dagen rusten.
Het Planten van Bollen in een Regelmatige Groep
Leg de bollen voor het planten op regelmatige afstand van elkaar. De afstand tussen de bollen moet even groot zijn als de plant breed wordt. Begin met het planten vanuit het midden. Maak met een plantschopje gaten die twee keer zo diep als de bollen hoog zijn. Ze de bol met de neus naar boven in het plantgat, draai hem een slag zodat de onderkant tegen de aarde wordt gedrukt. Bedek hem met de uitgegraven grond en plant vervolgens de overige bollen op dezelfde wijze.
Markeer het midden van de plaats waar geplant is met een label en geef ook op de één of andere
wijze de begrenzing aan, zodat daar later niet bij vergissing andere gewassen worden geplant.
Als er tegelijk met de bollen ook andere planten worden uitgezet, bijvoorbeeld muurbloemen, samen
met laatbloeiende Tulpen, plant die dan eerst en zet daarna de bollen er tussen.
Leg de bollen voor het planten op regelmatige afstand van elkaar. De afstand tussen de bollen moet even groot zijn als de plant breed wordt. Begin met het planten vanuit het midden. Maak met een plantschopje gaten die twee keer zo diep als de bollen hoog zijn. Ze de bol met de neus naar boven in het plantgat, draai hem een slag zodat de onderkant tegen de aarde wordt gedrukt. Bedek hem met de uitgegraven grond en plant vervolgens de overige bollen op dezelfde wijze.
Markeer het midden van de plaats waar geplant is met een label en geef ook op de één of andere
wijze de begrenzing aan, zodat daar later niet bij vergissing andere gewassen worden geplant.
Als er tegelijk met de bollen ook andere planten worden uitgezet, bijvoorbeeld muurbloemen, samen
met laatbloeiende Tulpen, plant die dan eerst en zet daarna de bollen er tussen.
Bollen In Rotstuinen en Tussen Tegels
Alle laagblijvende bolgewassen of ze nu in de lente, de zomer of in de herfst bloeien, voelen zich thuis in rotstuinen of tussen tegels. Verwijder alle steentjes op de plaats waar geplant moet worden en maak met een plantschopje gaten, twee keer zo diep als de bollen hoog zijn. Plant de bollen afzonderlijk of in groepjes van drie tot vijf. Maak daarna de grond weer gelijk en markeer de plaats.
Alle laagblijvende bolgewassen of ze nu in de lente, de zomer of in de herfst bloeien, voelen zich thuis in rotstuinen of tussen tegels. Verwijder alle steentjes op de plaats waar geplant moet worden en maak met een plantschopje gaten, twee keer zo diep als de bollen hoog zijn. Plant de bollen afzonderlijk of in groepjes van drie tot vijf. Maak daarna de grond weer gelijk en markeer de plaats.
Tot de bollen die al vroeg in het jaar de rotstuin een welkom kleurtje kunnen geven, behoren Galanthus nivalis, Crocus chrysanthus, Cyclamen coum, Eranthis hyemalis, Narcissus 'Topolino', Scilla bifoliae en de Scilla tubergeniana ).
Na de lentebollen zorgen de dwerg-alliums en -gladiolen voor kleur in de zomer. Deze kunnen worden gevolgd door Sternbergia's en Herfstcrocussen, waaronder vele soorten die 's winters bloeien. Kleine bollen steken leuk af tegen zodevormende planten als Tijm en Acaena. Het heldergroene blad vormt een markante achtergrond voor de bloeiende bollen. Waar de zodevormende plant stevig geworteld is, kan deze met een handriekje wat losgemaakt worden, waarna de bol met een stompe pootstok wordt geplant. Als de plant slechts één centrale wortel heeft rolt men de liggende stengels naar één kant en plant de bollen met een smal plantschopje. |
Sommige bolgewassen, met name Sneeuwklokjes, kunnen het best worden verplant als ze nog in de groei zijn. Verplant deze na de bloei. Plant ze op de oorspronkelijke diepte of iets dieper en houd ze vochtig tot de bladeren geel worden.
Bollen waarvan Bloemen worden Gesneden Als men van bollen snijbloemen wenst is het aan te bevelen uit elk groepje slechts een paar bloemen te nemen, zodat er ook voor de tuin wat kleur behouden blijft. Als er ruimte is, kunnen elders afzonderlijk enkele rijen Narcissen, Tulpen en Gladiolen worden geplant. Maak de grond op de gewone wijze klaar, plant de bollen iets dichter bij elkaar dan de planten breed worden en houd 50 - 60 cm ruimte tussen de rijen. Snijd zo weinig mogelijk bladeren mee af en pluk de bloemen in de vroege morgen of op de late avond. |
Gebruik voor het afsnijden een scherpe schaar of een scherp mes. Zet dan de bloemen op water waaraan bolbloemenvoedsel is toegevoegd en laat ze een paar uur op een koele plaats staan alvorens ze in de huiskamer te zetten.
Verwilderen van Bollen in Gras en Onder Bomen Narcissen, Sneeuwklokjes en Crocussen komen willekeurig verspreid beter uit dan in een regelmatige groep. Narcissen en Crocussen kunnen in een niet te nat gazon verwilderen. Het natuurlijkste effect wordt bereikt door de bollen daar te planten waar ze bij het uitstrooien terecht komen. Maak plantgaten voor afzonderlijke bollen met een plantschopje of met een speciale bollenplanter, bestaande uit een enigs-zins taps toelopende, aan beide zijden open cilinder met een lange of korte steel. De cilinder wordt in de grond gedrukt, twee maal zo diep als de bol hoog is, en dan met de grond gevuld weer omhoog gehaald. Zet de bol in het gat en breng dan de uitgestoken grondkluit weer op zijn plaats. Bij het planten van grote groepen wordt eerste gekeken waar de bollen bij het uitstrooien zijn terecht gekomen. Leg ze dan in dezelfde positie ten opzichte van elkaar op zij om de zode te kunnen verwijderen. |
Maak een H-vormige snede in het gras, steek de zoden aan de onderkant los en leg ze naar twee kanten open. Maak de grond met een greep wat losser. Op de juiste plaats worden nu de bollen geplant. Maak de grond gelijk, sla de zode terug en druk deze stevig aan.
De Verzorging Na Het Planten
Verzorging Van Overblijvende Bollen
De meest overblijvende bollen en knollen hebben weinig aandacht nodig en zullen jaren achtereen genoeg hebben aan de gewone routine verzorging van de tuin. Begin met wieden, met de hand of de schoffel, in februari als de eerste bollen scheuten vertonen. Beschadig de tere scheuten niet. Zijn de lente of de zomer droog, dan zal flink gieten de groei verbeteren. Geef als de planten bloeien liever water op de grond dan 'over de kop'. Ga bij droogte ook na de bloei door met water geven. De groei duurt namelijk voort totdat de bladeren geel worden en afsterven. In deze periode moeten de planten voldoende voedsel uit de grond kunnen halen voor de ontwikkeling in het volgende seizoen.
De Verzorging Na Het Planten
Verzorging Van Overblijvende Bollen
De meest overblijvende bollen en knollen hebben weinig aandacht nodig en zullen jaren achtereen genoeg hebben aan de gewone routine verzorging van de tuin. Begin met wieden, met de hand of de schoffel, in februari als de eerste bollen scheuten vertonen. Beschadig de tere scheuten niet. Zijn de lente of de zomer droog, dan zal flink gieten de groei verbeteren. Geef als de planten bloeien liever water op de grond dan 'over de kop'. Ga bij droogte ook na de bloei door met water geven. De groei duurt namelijk voort totdat de bladeren geel worden en afsterven. In deze periode moeten de planten voldoende voedsel uit de grond kunnen halen voor de ontwikkeling in het volgende seizoen.
Wegnemen van Uitgebloeide Bloemen
Bij in de lente bloeiende Narcissen, Tulpen en Hyacinten moeten uitgebloeiende bloemen worden verwijderd. Ze zijn ontsierend en de vorming van zaad zou van de bollen te veel energie vergen. Tulpenbloemen bevatten schimmelsporen; als deze niet met de uitvallende bloemen worden verwijderd, gaan ze naar de bollen. Snijd verwelkte bloemen met 3 -5 cm steel af en laat de rest van de steel en de bladeren zitten; hieraan onttrekken de bollen voeding die ze opslaan. Stroop bij Hyacinten de bloemen van onder naar boven met de hand af. Laat de steel intact want deze voorziet de bol van voeding. |
Snijd bij verwelkte Gladiolen de bloeiwijze af maar laat minstens vier bladparen staan. Er zijn ook bollen en knollen die uit afgevallen zaad goede nieuwe planten vormen. Van Sneeuwklokjes, Scilla's, Blauwe Druifjes, Chionodoza's en Cyclamen moeten de verwelkte bloemen alleen worden weggenomen als geen nieuwe planten worden gewenst. Behalve wanneer men uitgebloeide bollen plaats wil laten maken voor andere planten, moeten alle bladeren en bloemstengels aan de plant verwelken en op natuurlijke wijze afsterven. Bind niet uit netheidsoverwegingen de bladeren bijeen want dat verkleint het bladoppervlak dat aan de zon is blootgesteld, en leidt tot ondervoeding van de bol.
Het Steunen van Hoge Planten
Als ze diep geplant zijn hebben bollen zelden steun nodig. Op winderige, onbe-schutte plaatsen kan het nodig zijn hoge variëteiten van Gladiolen, Acidanthera's en Allium te ondersteunen met behulp van dunne tonkinstokken ( bamboe ). Snij gladiolen die op rij geteeld worden kunnen het gewoonlijk zonder steun stellen, zo nodig kan voor en achter de rij een touw gespannen worden tussen twee paaltjes aan de einden van de rij. Bescherming Tegen Vorst Hoewel kwetsbare bollen gewoonlijk uit de grond worden gehaald en voor de winter worden opgeslagen, kan men het er soms op wagen Gladiolen, Ixia's, Nerines en Sternbergia's in de grond te laten. Bescherm ze dan wel tijdens vriezend weer door een 8 - 10 cm dik winterdek van coniferentakken, blad of stro. |
Rooien, Drogen en Bewaren van Bollen & Knollen
Bollen worden om drie belangrijke redenen gerooid : om plaats te maken voor andere planten, omdat ze te kwetsbaar zijn om de winter buiten door te brengen, of omdat er teveel gekomen zijn. In de lente bloeiende bollen zoals Hyacinten, Narcissen en Tulpen laat men bij voorkeur zitten tot het blad is afgestorven. Is dit niet mogelijk omdat de ruimte nodig is voor zomerplan-ten neem dan de bollen op en breng ze over naar een plaats waar ze nog even groeien. Steek op flinke afstand van de plant een greep in de grond, diep genoeg om onder de bollen te komen. Licht ze voorzichtig op, met grond, bladeren en stelen. Brokkel de grond van de bol af zonder de bolhuid te beschadigen. Gooi de bollen die er verdroogd uitzien of rotte plekken ver-tonen weg. Breng de rest naar een zonnige of licht beschaduwde hoek van de tuin. |
Graaf daar een sleuf, ongeveer 30 cm diep en breed, en lang genoeg om alle gerooide bollen te kunnen herbergen. Leg op de bodem een stuk fijn ijzer- of plasticgaas en daarop de bollen, enigszins schuin en elkaar bijna rakend. Van de stelen en bladeren moet minstens de helft boven de grond uitsteken, van het gaas alleen iets aan beide uiteinden. Vul de sleuf met grond en geef tijdens droge perioden flink water. Als de bladeren en stelen verwelkt zijn, kunnen de bollen uit de grond gehaald en opgeslagen worden. Trek daar-toe de uiteinden van het gaas omhoog en til zo de bollen uit de grond. Als het aantal bollen die voor het einde van de groeiperiode gerooid worden maar klein is, kunnen ze beter in diepe bakken met vochtige tuinturf worden gelegd.
De rijen mogen over elkaar heen liggen, maar de bladeren moeten boven de tuinturf uitstreken. Strooi over de bollen nog meer tuinturf en zet de bakken op een licht bescha-duwd plaatsje tot de bladeren geheel verwelkte zijn. Houd de tuinturf vochtig. Als de bollen uit de sleuf of de bakken zijn genomen, verwijder dan verdord blad, dode wortels en verschrompelde bolhuid. De kleine bolletjes die aan de moederbol zitten kunnen weggedaan worden of voor de vermeerdering gebruikt worden. Leg de bollen onbedekt naat elkaar in ondiepe kisten en zet deze tot de planttijd in de herfst op een koele droge plaats. Gladiolenknollen worden gerooid als de bladeren in oktober bruin worden. Snijd stengels en bladeren 3 cm boven de knol af. Leg de knollen, onbedekt, in bakken op een luchtige, koele plaats totdat ze droog zijn, wat na zeven tot tien dagen het geval is.
Breek oude verschrompelde knollen af en ook de kleine knolletjes ( kralen ) die voor de vermeerdering gebruikt kunnen worden. Verwijder de harde buitenste huid van de grote knollen en onderzoek ze nauwkeurig, verbrand ze als ze rotte of beschadigde plekken vertonen. Bewaar de gezonde knollen op een koele maar vorstvrije plaats.
Acidanthera, Ixia en Sparaxis worden ook in oktober gerooid en op dezelfde wijze bewaard als gladiolen. Te dichte groepjes overblijvende bollen kunnen op elk tijdstip tussen juli en september worden gedeeld en direct weer worden geplant. Bij Sneeuwklokjes moet dit na de bloei in maart gebeuren.
De rijen mogen over elkaar heen liggen, maar de bladeren moeten boven de tuinturf uitstreken. Strooi over de bollen nog meer tuinturf en zet de bakken op een licht bescha-duwd plaatsje tot de bladeren geheel verwelkte zijn. Houd de tuinturf vochtig. Als de bollen uit de sleuf of de bakken zijn genomen, verwijder dan verdord blad, dode wortels en verschrompelde bolhuid. De kleine bolletjes die aan de moederbol zitten kunnen weggedaan worden of voor de vermeerdering gebruikt worden. Leg de bollen onbedekt naat elkaar in ondiepe kisten en zet deze tot de planttijd in de herfst op een koele droge plaats. Gladiolenknollen worden gerooid als de bladeren in oktober bruin worden. Snijd stengels en bladeren 3 cm boven de knol af. Leg de knollen, onbedekt, in bakken op een luchtige, koele plaats totdat ze droog zijn, wat na zeven tot tien dagen het geval is.
Breek oude verschrompelde knollen af en ook de kleine knolletjes ( kralen ) die voor de vermeerdering gebruikt kunnen worden. Verwijder de harde buitenste huid van de grote knollen en onderzoek ze nauwkeurig, verbrand ze als ze rotte of beschadigde plekken vertonen. Bewaar de gezonde knollen op een koele maar vorstvrije plaats.
Acidanthera, Ixia en Sparaxis worden ook in oktober gerooid en op dezelfde wijze bewaard als gladiolen. Te dichte groepjes overblijvende bollen kunnen op elk tijdstip tussen juli en september worden gedeeld en direct weer worden geplant. Bij Sneeuwklokjes moet dit na de bloei in maart gebeuren.
Wat Kan Er Mis Gaan Met Bollen & Knollen
De tabel hieronder geeft een overzicht van de problemen die zich bij de buiten overwinterende of binnen bewaarde bollen of knollen kunnen voordoen.
Raadpleeg voor verdere informatie van andere dan de hier beschreven symptomen het hoofdstuk "Herkennen van Plagen & Ziekten".
De tabel hieronder geeft een overzicht van de problemen die zich bij de buiten overwinterende of binnen bewaarde bollen of knollen kunnen voordoen.
Raadpleeg voor verdere informatie van andere dan de hier beschreven symptomen het hoofdstuk "Herkennen van Plagen & Ziekten".
Symptomen
De bollen, vooral die van de Narcis, voelen zacht aan en lopen niet of slecht uit. Er ligt een bruin poeder onder de opgeslagen bollen. Op de bladeren en bloemen van licht aangetaste bollen roestkleurige streepjes. Plant overdekt met kleine groene of zwarte insecten, scheuten misvormd en kleverig. Op de bloemen en bladeren van gladiolen zilverkleurige streepjes en vlekjes. Bij zware aantasting de gehele plant grijsachtig van kleur. Tussen de vlekjes zwarte stippen. Op de bovengrondse delen van tulpen een grijsbruin schimmelpluis. In het begin-stadium van de aantasting donkere stippen met daarom heen donkergroene waterige kringen, die later bruin worden. Bladeren van gladiolen worden geel en knikken om, meestal nog voor de bloei. Op de knollen zwarte vlekjes, later verdroogt de knol geheel. Op de knol brandplekken, daaronder bruine korstjes in het knolvlees. Op de aangetaste plekken een slijmerige massa, wordt in de hand gewerkt door bodeminsecten, zoals koperwormen. Aan de onderzijde van de bladeren van anemonen een grijze schimmel. Bijna bij alle bol- & knolgewassen kunnen de bloemen verkleurd, streperig of vlekkerig zijn. In de bladeren bruine of grijze strepen, kringen of vlekken. |
Oorzaak / Bijzonderheden
Narcisvlieg. Bij twijfel enkele zacht aanvoelende bollen doorsnijden, zitten er witgele maden in de bol, dan alle zachte bollen vernietigen. Bollenmijt. Deze vreet tijdens de bewaring bollen aan die al door schimmels, bacteriëen of aaltjes zijn aangetast. Alleen gezonde, gave bollen bewaren. Zelfs licht aangetaste bollen niet uitplanten. Bladluizen. Trips. Vuur. Aangetaste planten zo snel mogelijk verwijderen. Droogrot. Alle knollen die zwarte, droge vlekjes in het knolvlees hebben weggooien. Schurft. Aangetaste planten verwijderen. De koperwormen vangen door doorgesne-den aardappelen met het snijvlak op de grond te leggen. De insecten kruipen hier-onder en vreten zich naar binnen. Valse Meeldauw. Virussen. Planten met dit soort afwijkingen vernietigen. |
Bollen & Knollen In Elk Seizoen
Acidanthera murielae
Allium aflatunense Allium caeruleum Allium giganteum Allium moly Allium oreophilum Amaryllis belladonna Anemone blanda Anemone coronaria Camassia cusickii Camassia esculenta Camassia leichtlinni 'Atrocourulea' Cardiocrinum giganteum Chionodoxa luciliae Colchicum autumnale Colchicum speciosum Crocosmia syn. Montbretia Crocus hyemalis Crocus chrysanthus Crocus speciosus Cyclamen coum Cyclamen europaeum Cyclamen neapolitanum Eranthis hyemalis Erythronium pagoda Fritillaria acmopetala Fritillaria imperialis Fritillaria latifolia Friitllaria meleagris Fritillaria pallidiflora Fritllaria persica Galanthus elwesii Galanthus nivalis Galtonia candicans Gladiolus sp. Gladiolus gandavensis Gladiolus carinatus Gladiolus primulinus Gladiolus bambino Gladiolus byzantimus Gladiolus x colvillei Hyacinthus orientalis Hyacinthus orientalis var. albulus Ipheion uniflorum Ixia viridiflora Leucojum aestivum Leucojum vernum Muscari armeniacum Muscari botryoides Muscari comosum Muscari tubergeniana Narcissus sp. Nerine flexuosa Ornithogalum balansae Ornithogalum nutans Ornithogalum thyrsoides Puschkinia scilloides Ranunculus asiaticus Scilla bifolia Scilla campanulata Scilla festalis Scilla siberica Scilla tubergeniana Sparaxis tricolor Sternbergia lutea Tigridia pavonia Tulipa sp. |
Abessijnse Gladiool
Lilapaarse Sierui Blauwe Look / Hemelsblauwe Sierui Reuzen Sierui Goudlook / Gele Sierui Paarsroze Sierui Belladonnalelie Oosterse Anemoon Ranonkel Anemoon Prairielelie / Prairiekaars Indianenbloem Blauwe Indianenbloem Reuzenlelie Sneeuwroem Herfsttijloos Grootbloemige Herfsttijloos Montbretia Wintercrocus Lentecrocus Herfstcrocus Rondbladige Tuincyclaam Alpenviooltje Varkensbrood Winterakoniet Gele Hondstand Kievitseitjes Keizerskroon Turkse Keizerskroon Kievitsbloem Zacht Gele Kievitsbloem Perzische Kievitsbloem Groot Sneeuwklokje Sneeuwklokje Kaapse Hyacint Zwaardlelie Grootbloemige Zwaardlelie Butterfly Zwaardlelie Kleine Zwaardlelie Miniatuur Zwaardlelie Winterharde Wildgladiool Scarlet Gladiool Romeinse Hyacint Blauwe Hyacint Oude Wijfjes Afrikaanse Korenlelie Zomerklokje Lenteklokje Druifhyacint Blauw Druifje Kuifhyacint Kleine Druifhyacint Trompetbloem Nerine Breedbladige Vogelmelk Knikkende Vogelmelk Zuidenwindlelie Buishyacint Ranonkel Vroege Sterhyacint Boshyacint Wilde Hyacint Oosterse Sterhyacint Streephyacint Zigeunerbloem Gele Sternbergia Tijgerbloem Tulp |
100 - 125 cm
75 - 100 cm 60 cm 100 - 150 cm 30 cm 20 - 30 cm 60 cm 15 cm 15 - 30 cm 100 - 125 cm 60 - 75 m 90 cm 175 - 300 cm 15 cm 15 cm 15 - 25 cm 60 cm 8 cm 10 - 12 cm 10 - 12 cm 8 cm 10 cm 10 cm 15 cm 15 cm 35 - 45 cm 60 - 90 cm 10 - 20 cm 30 - 45 cm 30- 35 cm 60 cm 15 - 25 cm 10 - 15 cm 100 - 120 cm 40 - 150 cm 90 - 150 cm 60 - 125 cm 50 - 100 cm 40 - 90 cm 60 cm 45 cm 20 - 25 cm 15 cm 15 - 20 cm 45 cm 60 cm 20 cm 20 cm 20 cm 25 - 45 cm 20 cm 8 - 55 cm 60 cm 10 - 15 cm 35 cm 45 cm 10 - 15 cm 30 cm 15 cm 30 cm 30 cm 15 cm 10 cm 25 - 30 cm 10 - 15 cm 45 cm 15 - 90 cm |
Augustus - September
Mei - Juni Juni - Juli Juni - Juli Juni - Juli Juni September - Oktober Februari - April Februari - April Juni - Juli Juni - Juli Juni - Juli Juli - Augustus Februari - Maart September - November Oktober - November Juli - September Februari Maart Oktober December - Maart Juli - September Augustus - November Februari - Maart April - Mei April April April April - Mei April Mei Januari - Februari Januari - Februari Juli - September Juli - September Juli - September Juli - September Juli - September Juli - September Juni Juni - Juli April - Mei April - Mei April - Mei Juni April - Mei Februari - Maart April - Mei Maart - Mei Mei - Juni Maart Februari - April September - November Maart - April April - Mei Mei - Juli Maart - Mei Juni - Juli |Maart April - Juni April - Juni Maart - April Februari - Maart April - Juni September - Oktober Juli - September Maart / Mei |