Menu
WATERPLANTEN
Water brengt met de vissen die er in rondzwemmen en de vogels die er komen drinken meer leven in de tuin. Voor water en waterplanten is altijd wel een plaats te vinden, al is het maar in een wijnvat op een balkon.
Het maken van een watertuin kan een opwindend avontuur zijn, weggelegd voor iedereen; ook in de kleinste tuin is plaats voor een vijvertje, eventueel zelfs op een binnenplaats of op een balkon. Het hoeft immers niet meer te zijn dan een doorgezaagd vaatje, juist groot genoeg om een waterlelie, een paar kleine planten en twee of drie vissen te herbergen. Grotere tuinen beiden natuurlijk meer mogelijkheden. Daar kan men water combineren met een rotstuin en daarin meerdere vijvertjes aanleggen die met elkaar in verbinding staan. In een stadstuin zal waarschijnlijk wel ruimte zijn om een voorgevormde polyester vijver in te graven. Men kan daarin desgewenst nog een fontein installeren; dat kost geen extra water, alleen wat stroom om de pomp aan te drijven. Woont men buiten en heeft men de ruimte dan kan men voor een redelijke prijs een grotere vijver maken, van elke gewenste vorm en afmeting, met een bekle-ding van speciaal kunststoffolie. |
Er kunnen zelfs vijvers op verschillend niveau worden aangelegd en deze kunnen dan verbonden worden door watervalletjes, die eveneens met folie worden bekleed. Voorgevormde vijvers en kunst-stoffolie hebben bij de aanleg van een vijver het beton verdrongen. Betonnen vijvers zijn berucht omdat ze gaan lekken wat veroorzaakt wordt door zetting van de grond of door vorstschade. Folie wordt zelfs wel gebruikt om een voering aan te brengen in betonnen vijvers die gebarsten zijn. Men kan vijvers ook maken van alle mogelijke waterreservoirs, zoals een afgedankte badkuip of een oude teil. Ze kunnen, gedeeltelijk gevuld met grond, worden ingegraven waarna de randen met planten of stenen worden gecamoufleerd. Water heeft voor kinderen een grote aantrekkingskracht en dus moet alles worden gedaan om ongelukken te voorkomen, die zonder toezicht gemakkelijk kunnen gebeuren.
Een watertuin kan een vijver zijn met planten geschikt voor diep water in het midden en oeverplanten langs de rand, maar het kan ook een moerastuin zijn waarin alleen vochtminnende planten groeien die niet ect in het water hoeven te staan. Alle watertuinen hebben veel licht nodig, daar anders de planten niet zullen bloeien. Het water moet helder zijn en de helft of meer van het oppervlak moet vrij van begroeiing zijn, zodat men de vissen kan zien en kan genieten van weerspiegelingen in het water. Om het water helder te houden moet er evenwicht tussen planten- en dierenleven worden bereikt. Gebeurt dit niet, dan wordt het water troebel en gaat het stinken, waarna de vissen zullen sterven. De schuldigen zijn dan de algen, kleine plantjes die leven van zonlicht en van de minerale zouten in het water. Deze laatste ontstaan bij de afbraak van organische materiaal. Het is daarom van belang de vijver helemaal vrij van blad te houden en te zorgen dat de grond geen veen, tuinturf of compost bevat. De enige manier om zeker te zijn dat men het water helder houdt is te zorgen dat er voldoende zuurstofvormende planten in komen.
|
Deze leven onder het wateroppervlak en voeden zich met minerale zouten waardoor de algen geen voedsel meer krijgen. Zij beroven de algen ook van licht door in de vijver schaduwplekken te veroorzaken. De zuurstofvormende planten ademen ook koolzuur in, afgegeven door vissen en andere waterdieren. Daarvoor brengen ze dan zuurstof in het water terug, die de vissen voor hun ademhaling nodig hebben. Zo wordt een volmaakte kringloop bereikt, waarbij de planten en de vissen elkaars afvalstoffen verwerken. Sommige planten werken doelmatiger dan andere en groeien ook vlugger. Zolang ze de aanblik van de vijver niet bederven en geen andere planten verstikken kan men er nauwelijks genoeg van hebben. Behalve sierwaarde en een functie in de vijverkringloop hebben vissen nog op een andere wijze nut. Ze beperken het aantal muggen door hun larven te verslinden, ze eten allerlei ongedierte op, ook nog een zekere hoeveelheid algen en vergane planten. Bovendien bemesten ze met hun uitwerpselen de bodem. Voor kleine siervijvers is de ene vis beter geschikt dan de andere; de meeste voldoening geven goudvissen, die helder van kleur zijn, dicht onder het wateroppervlak blijven en die men kan leren op het voedsel af te komen. Vissen die hun voedsel op de bodem op zoeken en daarbij modder opwoelen maken het water troebel en zijn voor siervijvers dus niet geschikt.
Ontwerp & Aanleg Van Een Tuinvijver
Kies een zonnige, vrijliggende plaats binnen het bereik van de tuinslang. Bepaal de vorm van de vijver en vermijd daarbij vernauwingen, doodlopende stukken en kruisingen waarmee ruimte verloren zou gaan die beter voor planten kunnen worden gebruikt. Zet met touw de vorm van de vijver uit. Maak in de ondiepe randzone voor de oeverplanten één of meer onderbrekingen om vrij uitzicht op het water te houden. Voorgevormde Polyestervijvers Graaf een kuil die de vorm heeft van de vijver die een paar centimeter ruimer is. Trap de bodem vast aan en verwijder alle stenen; strooi er dan 2 cm zand of gezeefde grond op en zet de vijver op zijn plaats. Controleer met een waterpas of de rand horizontaal ligt. Vul de ruimte tussen de vijver en de rand van de kuil met grond en stamp die goed aan, vooral onder de randen, af en toe controleren of alles nog waterpas is. Beleg tenslotte de rand met tegels die 2 cm over het water uitsteken of met graszoden. Men kan direct met de beplanting beginnen. |
Kunststoffolie
Gewone plastic of pvc-folie houdt niet lang, dus is een investering in een sterker materiaal lonend. Er is synthetisch rubber die het ongeveer vijftig jaar zal uithouden en met nylon versterkte pvc heeft een levensduur van ongeveer tien jaar. Meet de grootste lengte en breedte en tel bij elk daarvan twee maal de grootste diepte op. De totalen geven de maten van het benodigde stuk folie. Is de lengte 3 m, de breedte 2 m en de diepte 75 cm, dan heeft men een stuk nodig van 4.50 x 3.50 meter. Men hoeft geen extra lengte voor ondiepten of ruimte buiten de randen te rekenen; er zit voor deze extra's voldoende rek in de folie. Graaf een kuil met licht hellende wanden. Maak er diepe en ondiepe gedeelten in, maar let er op dat alle randen waterpas zijn. Verwijder uit de kuil alle puntige stenen en spreid 2 cm zand of gezeefde grond uit over de bodem. Vouw de folie voorzichtig uit in de kuil en laat minstens 15 cm buiten de randen uitsteken. Bezwaar de folie daar met stenen die niet scherp mogen zijn. Laat nu langzaam het water in de vijver lopen, intussen de folie zodanig plooiend en vouwend dat deze in de kuil past. Vul de vijver geheel en ga na of de diepte van de oever-delen tussen de vijf en de twintig cm is. Breng waar nodig correcties aan door zand onder de folie te brengen of weg te halen. Het water houdt nu de folie op zijn plaats, zodat de stenen kunnen worden weggenomen. Snijd de folie op 15 cm buiten de vijver af en beleg de rand met tegels of stenen, die hoogstens 5 cm over de vijverrand uitsteken. Er mag daarna geen folie meer zichtbaar zijn. Houd de vijver steeds gevuld, daar directe zonnestraling op het plastic het materiaal kan aantasten.
Gewone plastic of pvc-folie houdt niet lang, dus is een investering in een sterker materiaal lonend. Er is synthetisch rubber die het ongeveer vijftig jaar zal uithouden en met nylon versterkte pvc heeft een levensduur van ongeveer tien jaar. Meet de grootste lengte en breedte en tel bij elk daarvan twee maal de grootste diepte op. De totalen geven de maten van het benodigde stuk folie. Is de lengte 3 m, de breedte 2 m en de diepte 75 cm, dan heeft men een stuk nodig van 4.50 x 3.50 meter. Men hoeft geen extra lengte voor ondiepten of ruimte buiten de randen te rekenen; er zit voor deze extra's voldoende rek in de folie. Graaf een kuil met licht hellende wanden. Maak er diepe en ondiepe gedeelten in, maar let er op dat alle randen waterpas zijn. Verwijder uit de kuil alle puntige stenen en spreid 2 cm zand of gezeefde grond uit over de bodem. Vouw de folie voorzichtig uit in de kuil en laat minstens 15 cm buiten de randen uitsteken. Bezwaar de folie daar met stenen die niet scherp mogen zijn. Laat nu langzaam het water in de vijver lopen, intussen de folie zodanig plooiend en vouwend dat deze in de kuil past. Vul de vijver geheel en ga na of de diepte van de oever-delen tussen de vijf en de twintig cm is. Breng waar nodig correcties aan door zand onder de folie te brengen of weg te halen. Het water houdt nu de folie op zijn plaats, zodat de stenen kunnen worden weggenomen. Snijd de folie op 15 cm buiten de vijver af en beleg de rand met tegels of stenen, die hoogstens 5 cm over de vijverrand uitsteken. Er mag daarna geen folie meer zichtbaar zijn. Houd de vijver steeds gevuld, daar directe zonnestraling op het plastic het materiaal kan aantasten.
Het Stofferen van de Vijver met Waterplanten
Plastic manden voor waterlelies Voor het diepe water zijn Nymphaea de voornaamste planten. Ze kunnen het best in plastic manden staan, die speciaal voor dit doel worden gemaakt. De manden maken het gemakkelijker de groei in te tomen en verminderen de kans dat de vissen modder omhoog woelen. Waterlelies en andere planten voor diep water die men in container koopt kunnen op elk tijdstip van het jaar, maar toch het best in april - mei, in de vijver worden gezet. Een goedkope methode is, vroeg in het voorjaar planten aan te schaffen die juist aan de groei zijn begonnen. Deze kan men bij zacht weer eind april en anders in mei planten. |
Haal wat goede zware grond uit de tuin en neem er alle wortels die je ziet eruit. Voeg er vooral geen organische stof zoals turfmolm of bladaarde aan toe, want de afbraakproducten daarvan zullen het water vervuilen met minerale zouten. Bekleed de plantmanden met schone jute. Als er geen plantmanden zijn te krijgen, gebruik dan 25 cm potten van plastic en boor hierin enige gaten van 0, 5 cm in doorsnede. Men kan ook voor het vullen van de vijver op de bodem bakken maken van baksteen. Laat tussen de stenen wat ruimte als doorstroomopening voor het water en bekleed de bakken met schone jute. Wie niet voelt voor het gebruik van manden, potten of bakken, kan op de bodem van de nog lege vijver een 15 cm dikke laag klei deponeren, waar de planten rechtstreeks worden in gezet. Om te voorkomen dat de vissen modder opwoelen kan men de klei afdekken met wat zand of grind.
Waterlelies met wortelstokken, zoals de Nymphaea alba, hebben stevige witte wortels die als verankering dienst doen, en dunnere haarwortels die voedsel opnemen. In april - mei zullen er uit de wortelstokken ook nieuwe bladeren ontstaan. Als de planten door de kwe-
ker niet teruggesneden of als ze tijdens het transport beschadigd zijn, snijdt men met een scherp mes dood en afgebroken blad weg en ver-wijdert men oudere bruine wortels. De nieuwe witte worden tot ongeveer 10 cm teruggesneden om ze in pot, bak of mand te laten passen.
Dit doet men ook met lelies die knolvormige wortels hebben, zoals Nymphaea tuberosa. Deze hebben ook dikke vlezige wortels om zich mee vast te zetten en fijnere haarwortels waarmee voedsel wordt opgenomen. Zet lelies met wortelstokken horizontaal in de gedeeltelijk gevulde mand en bedek ze met zoveel grondmengsel dat de groeipunten van de scheuten er nog juist uitsteken. Til de plant voorzichtig iets op om de losse grond tussen de wortels te laten zakken. Bij lelies met knollen moeten de wortels onderaan de knollen recht naar beneden hangen. Vul dan op met grondmengsel tot aan de stengelbasis. Druk de grond met de vingers aan en voeg zo nodig meer grond toe om alle ruimten te vullen. Stamp de grond aan, maar niet al te vast, met een dikke stok en beschadig daarbij de plant niet.
ker niet teruggesneden of als ze tijdens het transport beschadigd zijn, snijdt men met een scherp mes dood en afgebroken blad weg en ver-wijdert men oudere bruine wortels. De nieuwe witte worden tot ongeveer 10 cm teruggesneden om ze in pot, bak of mand te laten passen.
Dit doet men ook met lelies die knolvormige wortels hebben, zoals Nymphaea tuberosa. Deze hebben ook dikke vlezige wortels om zich mee vast te zetten en fijnere haarwortels waarmee voedsel wordt opgenomen. Zet lelies met wortelstokken horizontaal in de gedeeltelijk gevulde mand en bedek ze met zoveel grondmengsel dat de groeipunten van de scheuten er nog juist uitsteken. Til de plant voorzichtig iets op om de losse grond tussen de wortels te laten zakken. Bij lelies met knollen moeten de wortels onderaan de knollen recht naar beneden hangen. Vul dan op met grondmengsel tot aan de stengelbasis. Druk de grond met de vingers aan en voeg zo nodig meer grond toe om alle ruimten te vullen. Stamp de grond aan, maar niet al te vast, met een dikke stok en beschadig daarbij de plant niet.
Als er vissen in de vijver zullen komen wordt de mand afgedekt met schone steentjes ter grootte van een erwt, zodat de vissen niet de wortels kunnen bloot woelen. Dompel pas geplante lelies niet meteen helemaal onder, want dit kan tot gevolg hebben dat ze het eerste seizoen niet bloeien en in een koele zomer kan de schok voor zwakkere variëteiten zelfs fataal zijn. Het is beter eerst niet meer water in de vijver te laten lopen dan tot even boven de mand. Verhoog dan het waterpeil geleidelijk, al naar de scheuten groeien, tot na zes à acht weken de hele vijver is gevuld. Plant men in een al gevulde vijver, zet dan de mand eerst op een bakstenen voetstuk en verlaag dit geleidelijk tot de mand uiteindelijk op de bodem van de vijver is aangeland.
Bijmesten Van Waterlelies
Waterlelies die in een mand, pot of bak staan kunnen niet voor onbepaalde tijd meegaan als ze niet worden bijgemest. Ze hebben maar een beperkte hoeveelheid grond tot hun beschikking en de wortels zullen als spoedig de daarin aanwezige voedingsstoffen hebben opgebruikt. Om de planten gezond te houden zal je ze elk voorjaar wat extra voedsel moeten toedienen. Vergeelde bladeren, spichtige bloemen en een algemeen tekort aan kracht zijn tekenen dat de plant gebrek lijdt. Behalve met vervanging van het oude grondmengsel door een nieuwe, kan men de plant te hulp komen. met speciale mest die bij kwekers en tuincentra verkrijgbaar is. Haal de mand uit de vijver, dien de mest toe op de wijze zoals die door de fabrikant is voorgeschreven en laat dan de mand weer voorzichtig in het water zakken. Oeverplanten Voor De Rand Van De Vijver Oeverplanten zijn gewassen, die de voorkeur geven aan ondiep water, zodat er niet meer dan 6 - 8 cm water boven hun wortels staat. Zorg daarom voor een ondiepe randzone in de vijver of zet de plantmanden met behulp van een bakstenen voetstuk wat hoger om zo de gewenste waterdiepte te suggereren. Neem bij oeverplanten met een kruipende wortelstok, zoals de Calla palustris ( Slangewortel ) eerst dood blad en oude bruin geworden wortels weg. Zet de plant in een mand van een passende maat, met de wortelstok horizontaal op het grondmengsel. Breng grond rondom de wortels en druk die met de vingers stevig aan, maar laat de wortelstok onbedekt. Dek de grond zo nodig weer af met kleine steentjes en laat de mand zo diep zinken dat de wortels met 6 - 8 cm water bedekt zijn, beslist niet dieper. |
Oeverplanten met knolvormige wortels, zoals Pontederia cordata worden ontdaan van dood en verkleurd blad en lange scheuten worden met een scherp mes teruggesneden. Oude bruime wortels worden geheel weggesneden en de anderen tot 6 - 8 cm ingekort. Maak het plantgat zo diep dat de plant er met neerhangende wortels tot aan de basis van de scheuten in past. Druk de grond rondom zeer stevig aan en dek het eventueel weer af met steentjes; zet dan de mand in de vijver, 6 - 8 cm onder het wateroppervlak.
Waarom Zuurstofvormende Planten Onmisbaar Zijn Zuurstofvormende planten op de bodem zijn onmisbaar voor elke tuinvijver. Ze houden het water helder door voedsel en licht aan de algen te onttrekken, vullen het zuurstofgehalte van het water aan en nemen een deel van het door de vissen uitgeademde koolzuurgas op. Verder bevorderen ze de groei van een gunstig werkende microscopische fauna. Ze bieden ook onder- dak aan vissen en een plekje om kuit te schieten. Zuurstofvormende planten, zoals bijvoorbeeld Elodea canadensis ( Waterpest ) hebben maar een klein wortelgestel en als de vijverbodem met grond bedekt is, behoeven ze alleen maar met een stukje metaal verzwaard in het water te worden neergelaten. |
Ze zijn geschikt voor waterdiepten van 25 - 100 cm. Je kan ze ook net als waterlelies in met grond gevulde bakken zetten.
De planten worden meestal verkocht als bosjes ongewortelde stek. Voor een vijver van tien vierkante meter zijn vijf bosjes genoeg.
De planten worden meestal verkocht als bosjes ongewortelde stek. Voor een vijver van tien vierkante meter zijn vijf bosjes genoeg.
Drijvende Planten Die Geen Grond Nodig Hebben
Drijvende waterplanten, zoals de Stratiotes aloides ( krabbescheer ) die onder het wateroppervlak drijven laat men eenvoudig te water. Ze krijgen hun voedsel via hun hangende wortels, die de opgeloste voedingsstoffen, afkomstig uit de grond van de manden met andere planten, uit het water opnemen. Op soortgelijke wijze behandelt men de Eichhomia crassipes ( waterhyacint ) die op de vijver drijft en gewoon in het water wordt gezet, waaruit de wortels voedsel opnemen. Deze plant groeit ook in modder. |
De Verzorging van de Watertuin
Vissen & Slakken In De Vijver
Als men levende wezens in de vijver opneemt, maakt men er een evenwichtige gemeenschap van. Vissen en slakken eten insecten en plantenresten; hun uitwerpselen helpen de planten bemesten. Koolzuur, uitgeademd door vissen en slakken, voorziet de planten van een der belangrijkste grondstoffen voor de fotosynthese, het proces waarbij met behulp van licht koolzuur wordt omgezet in koolhydraten. Omgekeerd wordt de door de planten afgegeven zuurstof zowel door fauna als flora in geademd.
Vissen & Slakken In De Vijver
Als men levende wezens in de vijver opneemt, maakt men er een evenwichtige gemeenschap van. Vissen en slakken eten insecten en plantenresten; hun uitwerpselen helpen de planten bemesten. Koolzuur, uitgeademd door vissen en slakken, voorziet de planten van een der belangrijkste grondstoffen voor de fotosynthese, het proces waarbij met behulp van licht koolzuur wordt omgezet in koolhydraten. Omgekeerd wordt de door de planten afgegeven zuurstof zowel door fauna als flora in geademd.
Zet geen vis in de vijver voor de planten vaststaan, ongeveer zes à acht weken nadat ze zijn gepoot. Elke handelaar in siervissen zal raad kunnen geven over het aantal en de soort vissen, geschikt voor een bepaalde maat vijver. Vissen worden meestal geleverd in plastic zakken met zuurstofhoudend water. Zet deze ongeopend twintig minuten in de vijver tot de inhoud dezelfde temperatuur heeft en laat dan de vissen voorzichtig in het water glijden.
Buiten is het zelden nodig de vissen te voeren en tussen november en maart mag het in geen geval gebeuren omdat het water dan te koud is om de vissen hun voedsel behoorlijk te laten verteren. Voor vissen goed in de herfst voor het wintervasten begint en in het voorjaar aan het einde daarvan. Bescherming Van Vis En Planten In De Winter Voor planten en vissen is de beste bescherming tegen vorstschade de vijver vol water te laten. Om te voorkomen dat er in de herfst bladeren in vallen, wordt het water afgedekt met fijn gaas of plastic net, over een licht houten latwerk ge-spannen. Vuil wordt met behulp van een greep, bedekt met gaas, opgevist of met een hark of schepnet er afgeschept. |
Als de vorst invalt snijdt men de oude scheuten van planten rondom de vijver af om te voorkomen dat ziekten en plagen in het blad overwinteren. Van waterlelies worden alle dode bladeren weggenomen, vertroebelen van het water is voornamelijk een gevolg van rottend waterlelieblad. In een vorstperiode kan een kleine vijver worden afgedekt met zakken, ondersteund door takken. Neem dit winterdek weg zodra de dooi invalt. Je kan ook in plaats daarvan een grote stevige rubberbal of een blok van zacht hout, in een grote vijver meer dan een, in het water laten drijven om bij dichtvriezen de druk op de kanten te verminderen. Zet het ijs uit, dan kan het de bal of het blok samendrukken in plaats van de vijverwanden die erdoor zouden kunnen barsten.
Is de vijver eenmaal dichtgevroren, giet dan heet water over de bal ( blok ) om hem van het ijs los te maken, schep ongeveer 3 cm water uit het gat en dek het met een stuk jute af. Op die manier krijgen de vissen lucht en het water zal er niet opnieuw bevriezen, omdat het laagje lucht als een broeikas werkt. Probeer niet het ijs met een hamer of bijl te breken daar dit de vissen kan verwonden of de vijver beschadigen. Vul het water in de vijver weer aan, zodra de dooi begint. Men kan ook een verwarmingselement in de vijver laten drijven, er zijn verschillende typen te koop en ze behoe-ven alleen te worden ingeschakeld als er vorst dreigt. In de winter kan je van reigers en meeuwen meer last hebben dan de rest van het jaar. Leg fijnmazige groene netten om de vijverrand, deze houden de vogels weg.
Is de vijver eenmaal dichtgevroren, giet dan heet water over de bal ( blok ) om hem van het ijs los te maken, schep ongeveer 3 cm water uit het gat en dek het met een stuk jute af. Op die manier krijgen de vissen lucht en het water zal er niet opnieuw bevriezen, omdat het laagje lucht als een broeikas werkt. Probeer niet het ijs met een hamer of bijl te breken daar dit de vissen kan verwonden of de vijver beschadigen. Vul het water in de vijver weer aan, zodra de dooi begint. Men kan ook een verwarmingselement in de vijver laten drijven, er zijn verschillende typen te koop en ze behoe-ven alleen te worden ingeschakeld als er vorst dreigt. In de winter kan je van reigers en meeuwen meer last hebben dan de rest van het jaar. Leg fijnmazige groene netten om de vijverrand, deze houden de vogels weg.
Moerasplanten Rondom De Vijver
Vele planten houden van een overvloed aan water zonder er zelf echt in e staan. Dat zijn de moerasplanten, die dikwijls rond de vijver worden gezet en een goede overgang vormen tussen de waterplanten en de rest van de tuin. Een moerastuin kan ook zonder vijver erbij worden aangelegd en is het aantrekkelijkst als men hem wat laat verwilderen. Op een vochtige en vruchtbare bodem laten moerasplanten dikwijls hun zaad vallen en vormen zo een talrijk nageslacht. Primula's en irissen doen dit bijvoorbeeld sterk. Zowel droogte als een teveel aan water kunnen schade doen aan de planten in de moerastuin; het juiste even-wicht is soms moeilijk te handhaven. In zware klei is meestal voldoende water aanwezig en dit kan worden vastgehouden door in april of begin mei met een bovenlaag van verteerd blad op te brengen. Als het terrein erg laag ligt bestaat wel het gevaar dat de planten verdrinken. Zandige, goed afwaterende grond zal over het algemeen minder geschikt zijn voor een moerastuin, tenzij men er veel organisch materiaal doorheen mengt en geregeld besproeit. De beste omstan-digheden kunnen worden geschapen wanneer men zelf een moerastuin aanlegt. |
De Aanleg Van Een Moerastuin
Voor een juist evenwicht wordt langs de vijverrand of op een andere geschikte plaats een ongeveer 30 cm diepe kuil van de gewenste afmeting gegraven. Leg een laag zand op de bodem en bekleed de kuil met zware plastic folie. In de wanden worden op ongeveer 15 cm van de bodem gaten in het plastic gestoken om overtollig water te laten afvloeien. Leg dan zoden met de graskant naar beneden op de bodem en daarop een 25 - 30 cm dikke laag met turf gemengd tuingrond zodat een verhoogd plantenbed ontstaat. Zo is een goede afwatering verzekerd, ter-wijl het plastic genoeg water tegenhoudt voor de wortels. De Zorg Voor Voldoende Water Zorg dat de grond vochtig blijft. Een moerastuin moet vaker worden begoten dan een bloem-perk. Ligt de moerastuin beneden het vijverpeil, dan kan men de vijver regelmatig laten over-stromen zodat de moerastuin nat blijft. Ook kan een sproeier aan de waterkant worden gein-staleerd, die de vijver ververst en meteen de moerastuin vochtig houdt. In de herfst snijdt je het |
dode blad van de kruidachtige vaste planten bij de grond af, verwijdert vuil en afval, en maakt de grond los met een cultivator.
Breng dan een 3 - 5 cm dikke laag compost of oudde koemest op, deze levert het komende jaar voedsel en houdt tevens vocht vast.
Breng dan een 3 - 5 cm dikke laag compost of oudde koemest op, deze levert het komende jaar voedsel en houdt tevens vocht vast.