Menu
Praktisch Tuinieren 2
Bomen
Weinig planten verschaffen de tuinliefhebber zoveel plezier als de jonge, zelf geplante boom. Naarmate de boom groeit geeft hij aan de tuin een atmosfeer van grotere rust.
Bomen geven een tuin een zekere volgroeidheid en bestendigheid. Ze brengen meer diepte en hoogte in zelfs de meest eenvoudige tuin en bieden beschutting en beslotenheid. Bladverliezende bomen geven schaduw in de zomer en in de winter vormen hun kale takken een boeiend silhouet tegen de hemel. Groenblijvende bomen zijn het hele jaar door aantrekkelijk en worden vooral gewaardeerd in die maanden als er verder in de tuin weinig kleur te vinden is. De meeste mensen kiezen bomen om hun blad, bloemen en vorm, of om de beschutting die ze bieden. Aangezien men er jarenlang tegenaan kijkt, is het zeer belangrijk voor elk doel de juiste boom en voor elke boom de juist standplaats te kiezen. |
Wil men bomen als windscherm gebruiken, dan zijn daarvoor dicht bebladerde, groenblijvende loofbomen of coniferen zeer geschikt. Als men schaduw wil, moet men geen rechte, smalle bomen nemen, zoals Juniperus 'Skyrocket', maar een boom met een brede kroon of met afhangende takken, zoals Beuk, Berk en Wilg. Als een boom vóór in de tuin moet worden geplant, kies er dan één met een ijle vorm, zoals Berk of Ceder. Gebruik als afscheiding bomen met een dichtere kroon, bijvoorbeeld Eik of Esdoorn, of de donkere piramidevormige spar; deze geven een gevoel van beslotenheid door er erachter gelegen huizen aan het oog te onttrekken.
Ook kan men zich bij het kiezen van een boom baseren op het effect dat vorm en afmeting van het blad geven. De varen-achtige bladeren van de Valse Christusdoorn ( foto's rechts ) zijn zeer decoratief, en kleine bladeren, zoals die van de Iep en vele Japanse Esdoorns hebben vaak een interessant patroon.
De tegenwoordige tuinen zijn over het algemeen klein en bijna al het tuinwerk moet worden verricht door de eigenaar of huurder. De hoeveelheid werk kan sterk worden beperkt door de aanleg van de tuin daarop in te stellen. Bomen en hee-sters vragen, nadat ze eenmaal geplant zijn, weinig aandacht. Ze vormen een uitstekende achtergrond voor bolbloemen, eenjarige - en vaste planten en geven in vele gevallen de schaduw en de beschutting waardoor deze planten goed kunnen gedijen.
Als u van plan bent een solitaire boom op een gazon, achter in een grote border of nabij een afscheiding te planten, over-weeg dan heel goed de voor- en nadelen van uw keuze. Als u een boom kiest om zijn vorm, zijn blad of een bepaald ken-merk, zoals bijvoorbeeld de treurvorm, de gekleurde stam of de lang aan de boom blijvende bessen, dan behoeven alleen de grondsoort, de juiste plek en de groeisnelheid in aanmerking te worden genomen. Kiest u daarentegen een boom om zijn bloemen of zijn herfstkleuren, probeer er dan achter te komen hoe de boom er de rest van het jaar uitziet.
Een boom die in de lente overdadig bloeit kan voor de rest van het jaar weinig aantrekkelijk zijn. Bedenk dat de mooie herfstkleuren van een boom maar een maand per jaar te zien zijn. Groenblijvende bomen worden steeds meer gevraagd, niet alleen omdat ze beschutting geven en goede haagplanten zijn, maar ook om hun fraaie vorm. Vele groen-blijvende bomen en vooral coniferen zijn als ze eenmaal goed geworteld zijn bestand tegen wind en droogte. Ze zijn bijzonder geschikt en aantrekkelijk als vrijstaande gazon-boom, en zelfs in de kleinste tuin is wel plaats voor een dwergconifeer.
De tegenwoordige tuinen zijn over het algemeen klein en bijna al het tuinwerk moet worden verricht door de eigenaar of huurder. De hoeveelheid werk kan sterk worden beperkt door de aanleg van de tuin daarop in te stellen. Bomen en hee-sters vragen, nadat ze eenmaal geplant zijn, weinig aandacht. Ze vormen een uitstekende achtergrond voor bolbloemen, eenjarige - en vaste planten en geven in vele gevallen de schaduw en de beschutting waardoor deze planten goed kunnen gedijen.
Als u van plan bent een solitaire boom op een gazon, achter in een grote border of nabij een afscheiding te planten, over-weeg dan heel goed de voor- en nadelen van uw keuze. Als u een boom kiest om zijn vorm, zijn blad of een bepaald ken-merk, zoals bijvoorbeeld de treurvorm, de gekleurde stam of de lang aan de boom blijvende bessen, dan behoeven alleen de grondsoort, de juiste plek en de groeisnelheid in aanmerking te worden genomen. Kiest u daarentegen een boom om zijn bloemen of zijn herfstkleuren, probeer er dan achter te komen hoe de boom er de rest van het jaar uitziet.
Een boom die in de lente overdadig bloeit kan voor de rest van het jaar weinig aantrekkelijk zijn. Bedenk dat de mooie herfstkleuren van een boom maar een maand per jaar te zien zijn. Groenblijvende bomen worden steeds meer gevraagd, niet alleen omdat ze beschutting geven en goede haagplanten zijn, maar ook om hun fraaie vorm. Vele groen-blijvende bomen en vooral coniferen zijn als ze eenmaal goed geworteld zijn bestand tegen wind en droogte. Ze zijn bijzonder geschikt en aantrekkelijk als vrijstaande gazon-boom, en zelfs in de kleinste tuin is wel plaats voor een dwergconifeer.
Het Kiezen van een Standplaats
In het algemeen is het niet aan te bevelen bomen dicht bij het huis te planten. Niet alleen zouden daardoor de wortels van de bomen de fundering en de riolering kunnen beschadigen, maar snelgroeiende bomen zullen ook al heel gauw veel licht en lucht van het huis wegnemen. Plant in een kleine voortuin alleen groenblijvende dwergboompjes of zeer langzaam groeiende bladverliezende bomen, zoals bijv. sommige Esdoorns. Bomen moeten een harmonisch geheel vormen met het huis en het niet overheersen. Een breed groeiende of zeer hoge boom in een kleine voortuin kan de verhoudingen verstoren, en takken die over het tuinpad of de weg hangen zijn niet alleen hinderlijk maar ook gevaarlijk. Voor dergelijke kleine tuinen zijn smalle, zuilvormige coniferen of kegelvormige bladverliezende bomen zowel uit het oogpunt van schoonheid als om praktische redenen zeer geschikt. |
Als de ruimte het toelaat komt een groepje bomen van drie beter uit dan een enkel exemplaar. Het beste effect wordt bereikt door één boomvorm te laten domineren; een lange dunne boom met een driehoekig gevormde den en een boom met ronde vorm maken samen een rommelige indruk. Er zijn geen vaste regels te geven, maar in het algemeen kunnen de bomen het best tot hetzelfde geslacht behoren en ongeveer dezelfde vorm en afmeting hebben. Drie Meidoorns bijvoorbeeld of drie sierappels, met verschillend gekleurde bloemen en vruchten, vormen een goede combinatie, evenals Esdoorns met verschillende bladvormen en herfstkleuren. Een groepje bestaande uit gewone en bont-bladige hulstboompjes is in de winter zeer opvallend, vooral als de bomen ook nog verschillend gekleurde bessen dragen. Zilver- en goudkleurige coniferen zijn eveneens goed te combineren, terwijl de warm blauwe sparren het best voldoen als solitair.
De afstand tussen de bomen hangt af van de soort, maar als basisregel kan worden aangehouden dat de ruimte tussen twee bomen de helft moet bedragen van de uiteindelijke breedte van beide bomen tezamen ( = minimaal 2 m. ).
Bomen die als afscheiding of windscherm dienen, moeten natuurlijk dichter op elkaar geplant worden; naderhand is er dan altijd nog de mogelijkheid er bomen tussen uit te halen. Voor een afscheiding begint men vaak met snelgroeiende bladverliezende bomen en langzaam groeiende coniferen. Zodra de laatste goed zijn uitgegroeid, kunnen de bladverliezende bomen weggehaald worden. Elke boomkwekerij of gespecialiseerd tuincentrum kan je adviseren welke boomsoorten je daarvoor het best kunt gebruiken.
De bomen die zijn beschreven vormen voor je keuze een goed uitgangspunt. Maar de mogelijkheden zijn zo talrijk dat het aanbeveling verdient alvorens een beslissing te nemen ook nog catalogi te raadplegen of beter nog, zelf naar een boomkwekerij of tuincentrum te gaan.
Bomen kunnen meer nog dan andere planten aan een tuin een bepaald cachet geven. Zo verkrijgt men een zeker klassiek effect met bomen als Den, Araucaria of Taxus; een meer landelijk karakter geven Berk, Paardenkastanje of Treurwilg, terwijl Magnolia, Esdoorn en Beuk romantischer zijn. Als aanvulling op een wat verstedelijkt landschap kunnen Sierkers, Linde en sommige Dennen dienst doen. De veel voorkomende bomen zijn verhoudingsgewijs goedkoop, maar zeldzame typen kunnen een aanzienlijke uitgave vergen. In het laatste geval is het des te belangrijker de boom van je keuze ter plaatse te inspecteren, en bij voorkeur in het jaargetijde waarin dat de meeste zin heeft, dus wanneer de boom bloeit, vrucht draagt of zijn herfstkleur toont.
Als je moeite voor over hebt, kun je bomen van bijna elke afmeting planten, maar met bomen die hoger zijn dan 4, 50 à 5 meter worden de problemen groter en de kans op succes kleiner. Daarom kun je een boom het best kopen als hij nog klein is; dat heeft bovendien het voordeel dat je kunt genieten van het opgroeien tot volwassen boom.
De afstand tussen de bomen hangt af van de soort, maar als basisregel kan worden aangehouden dat de ruimte tussen twee bomen de helft moet bedragen van de uiteindelijke breedte van beide bomen tezamen ( = minimaal 2 m. ).
Bomen die als afscheiding of windscherm dienen, moeten natuurlijk dichter op elkaar geplant worden; naderhand is er dan altijd nog de mogelijkheid er bomen tussen uit te halen. Voor een afscheiding begint men vaak met snelgroeiende bladverliezende bomen en langzaam groeiende coniferen. Zodra de laatste goed zijn uitgegroeid, kunnen de bladverliezende bomen weggehaald worden. Elke boomkwekerij of gespecialiseerd tuincentrum kan je adviseren welke boomsoorten je daarvoor het best kunt gebruiken.
De bomen die zijn beschreven vormen voor je keuze een goed uitgangspunt. Maar de mogelijkheden zijn zo talrijk dat het aanbeveling verdient alvorens een beslissing te nemen ook nog catalogi te raadplegen of beter nog, zelf naar een boomkwekerij of tuincentrum te gaan.
Bomen kunnen meer nog dan andere planten aan een tuin een bepaald cachet geven. Zo verkrijgt men een zeker klassiek effect met bomen als Den, Araucaria of Taxus; een meer landelijk karakter geven Berk, Paardenkastanje of Treurwilg, terwijl Magnolia, Esdoorn en Beuk romantischer zijn. Als aanvulling op een wat verstedelijkt landschap kunnen Sierkers, Linde en sommige Dennen dienst doen. De veel voorkomende bomen zijn verhoudingsgewijs goedkoop, maar zeldzame typen kunnen een aanzienlijke uitgave vergen. In het laatste geval is het des te belangrijker de boom van je keuze ter plaatse te inspecteren, en bij voorkeur in het jaargetijde waarin dat de meeste zin heeft, dus wanneer de boom bloeit, vrucht draagt of zijn herfstkleur toont.
Als je moeite voor over hebt, kun je bomen van bijna elke afmeting planten, maar met bomen die hoger zijn dan 4, 50 à 5 meter worden de problemen groter en de kans op succes kleiner. Daarom kun je een boom het best kopen als hij nog klein is; dat heeft bovendien het voordeel dat je kunt genieten van het opgroeien tot volwassen boom.
Boomchirurgie
De verstandige tuinier controleert minstens eenmaal per jaar de groei van zijn bomen en roept er in nood-gevallen een boomchirurg bij. Overhangende takken kunnen een gevaar opleveren voor de veiligheid, en de eigenaar van de boom kan aansprakelijk gesteld worden voor schade, die daaruit ontstaat. Behandeling van gespleten bomen, het kortwieken van de top van hoge bomen en het omhakken van zieke of ongewenste bomen kunnen het best aan de vakman worden overgelaten. Deze bezit de kennis en het materiaal voor het uitvoeren van dergelijke gevaarlijke karweitjes. De Tuineigenaar en de Wet Er zijn wettelijke bepalingen wat betreft de bomen in de particuliere tuin. Zo kan er een kapverbod rusten op bestaande bomen zonder dat dit in het koopcontract van het huis vermeld staat. Daarom moet de toekomstige eigenaar zo nodig informaties inwinnen bij de gemeente om te horen of er dergelijke verbodsbepalingen bestaan. |
De eigenaar of huurder van een huis kan bijvoorbeeld aansprakelijk gesteld worden voor de schade die opdringende wortels of overhangende takken van zijn bomen veroorzaken. Hij kan ook in rechte aangesproken worden voor schade ontstaan aan gewas van zijn buurman als hij bestrijdingsmiddelen heeft toegepast ( vooropgesteld dat dit kan worden bewezen ). Voorkom schade door wortels door de bomen ver genoeg van gebouwen en muren te planten. Het ontstaan van scheuren in muren kan vaak, vooral op zware kleigrond, worden geweten aan bomen die vocht onttrekken aan de grond; de droge grond zakt in en ontzet het fundament van de muur. Populier en Es behoren tot de ergste boosdoeners en mogen dus nooit dicht bij een huis worden geplant.
Wortels kunnen niet binnendringen in afvoerbuizen van het huis omdat de verbindingen tussen deze buizen zijn afgedicht, maar ze kunnen dat soms wel in draineerbuizen. Als je die hebt en een deel van de tuin blijft na een regenbui te lang nat, is er reden ze te controleren en eventueel binnengedrongen wortels te verwijderen. Ook te hoog gegroeide hagen en bomen langs een terreinafscheiding of de openbare weg kunnen moeilijkheden geven ! De eigenaar kan worden verplicht de haag goed terug te snoeien of bomen te verwijderen die gevaar kunnen opleveren. Het is ook een overtreding giftige bomen, zoals Taxus tot buiten het eigen terrein te laten groeien; vooral als daar vee graast. De eigenaar of huurder van een tuin is gerechtigd de takken en wortels die vanuit een aangrenzend perceel op zijn gebied zijn gegroeid af te hakken. Het spreekt vanzelf dat men van dit recht niet gauw gebruik zal maken. |
Voor Info over Tuin & Wet
Zie : www.neerlandstuin.nl
www.tuinadvies.nl
www.wetrecht.nl
Zie : www.neerlandstuin.nl
www.tuinadvies.nl
www.wetrecht.nl
Het Planten van een Boom
Het Tijdstip van Planten en het Graven van een Plantgat Voor bladverliezende bomen is eind oktober tot eind maart de geschiktste planttijd, voor groenblijvende, oktober - november of maart - april. Coniferen kunnen het best in maart - april als de grond vochtiger is worden aangeplant, omdat ze anders gauw hun naalden laten vallen. In container ( pot ) geleverde bomen kunnen op elk tijdstip van het jaar worden geplant. Gebeurt het in de zomer dan wel dat de grond tot de herfst vochtig wordt gehou-den. Plant niet als de grond bevroren of te nat is. Zo nodig kunnen de bomen op een koele maar vorstvrije plaats worden bewaard tot ze geplant kunnen worden. Bomen afkomstig van een kwekerij hebben soms om de wortels en de kluit een gaaslap van plastic of jute. Verwijder dit omhulsel voorzichtig. Gemiddeld het plantgat 1 meter breed en 50 cm diep zijn. Als geplant wordt in een gazon, teken dan eerst met een draadnagel die op 50 cm afstand met touw aan een tweede draad-nagel is vastgezet, een cirkel in het gras. Maak met een schop de snede dieper en verdeel vervolgens de zode binnen de cirkel in segmenten. Steek deze aan de onderzijde los, licht ze met de schop op en zeg ze op een stapel. Begin het graven van het gat vanuit het midden van de cirkel. Een verandering in de kleur van de grond duidt op het bereiken van de ondergrond. Deze is doorgaans niet vruchtbaar en moet gescheiden worden gehouden van de donkerdere en meer vruchtbare bovengrond. Maak de grond onderin het gat los met een greep om een betere afwatering en luchtvoor-ziening te krijgen, en het voor de wortels gemakkelijker te maken in de grond te dringen. |
Voor zware gronden is het aan te bevelen ook de zijkanten van het gat op deze wijze te bewerken. Alle bomen moeten in de eerste jaren van hun groei worden gesteund. Bij kwekerij of tuincentrum zijn gewoonlijk flinke palen verkrijgbaar die met een houtconserveringsmiddel zijn behandeld. De paal moet reiken tot het punt waar de boom zich vertakt en moet worden geplaatst vóór het planten. Maak middenin het plantgat een gat voor de paal, zet hem daar zo diep mogelijk in en stamp de grond er omheen goed aan. Sla de paal verder de grond in tot hij de juiste hoogte heeft bereikt.
Op zware, natte gronden wordt op de bodem van het gat een laag puin van 1, 5 cm gelegd om de afwatering te bevorderen. Hak de verwijderde zoden in kleine stukken en leg ze met de graskant naar onderen in het gat. Breng daarop eerst 10 cm oude stalmest, compost of bladaarde aan en dan de uitgegraven grond. Als er ook humusarme ondergrond is opgegraven, vermeng deze bij het vullen dan met grond van de bovenste laag. Als het plantgat ongeveer voor de helft is gevuld, de grond stevig aantrappen.
Op zware, natte gronden wordt op de bodem van het gat een laag puin van 1, 5 cm gelegd om de afwatering te bevorderen. Hak de verwijderde zoden in kleine stukken en leg ze met de graskant naar onderen in het gat. Breng daarop eerst 10 cm oude stalmest, compost of bladaarde aan en dan de uitgegraven grond. Als er ook humusarme ondergrond is opgegraven, vermeng deze bij het vullen dan met grond van de bovenste laag. Als het plantgat ongeveer voor de helft is gevuld, de grond stevig aantrappen.
Het Planten van een Jonge Boom
Het kan nodig zijn de van een kwekerij betrokken boom vóór het planten licht bij te snoeien. Snijd alle stompjes dood hout weg tot op de stam en snoei beschadigde takken terug tot de gezonde groei boven een naar buiten wijzende knop. Bij bomen zonder wortelkluit worden dode of beschadigde wortels terug gesneden tot op gezond weefsel.
Het planten gaat gemakkelijker als het met zijn tweeën wordt gedaan. Terwijl de één de boom vasthoudt in de juiste positie, legt de ander een latje over het gat.
Het kan nodig zijn de van een kwekerij betrokken boom vóór het planten licht bij te snoeien. Snijd alle stompjes dood hout weg tot op de stam en snoei beschadigde takken terug tot de gezonde groei boven een naar buiten wijzende knop. Bij bomen zonder wortelkluit worden dode of beschadigde wortels terug gesneden tot op gezond weefsel.
Het planten gaat gemakkelijker als het met zijn tweeën wordt gedaan. Terwijl de één de boom vasthoudt in de juiste positie, legt de ander een latje over het gat.
Het grondmerk op de stam van de te planten boom moet op gelijke hoogte met het latje worden gebracht. Haal zoveel grond weg of vul zoveel bij als nodig is. Houdt de boom rechtop tegen de paal en begin het gat te vullen met de overgebleven grond. Schud de boom af en toe een beetje om er zeker van te zijn dat de grond goed aansluit tussen en rondom de wortels. Stamp tijdens het vullen de grond zo nu en dan aan, vooral bij bomen zonder kluit. Als de wortels geheel met grond bedekt zijn een emmer tuinturf toevoegen. Vul het gat verder op en stamp daarbij de grond stevig aan. Als het planten klaar is, moet het oude grondmerk op de stam juist zichtbaar zijn.
Maak de grond gelijk met een greep en laat hem twee tot drie jaar onbegroeid om te voorkomen dat een deel van de voedingsstoffen naar de graswortels gaan. |
Nu moet de boom stevig met de paal verbonden worden. Daarvoor kan speciaal boomband van sterk plastic met rubber stootkussen worden ( autogordelband wil ook ) gebruikt. Leg de band 10 cm onder de bovenkant van de boompaal en haal hem door het stootkussen, dat tussen de boom en de paal komt te liggen. Trek de band om de paal strak aan en zet hem met een spijker vast aan de paal ( niet aan de boom ). Als de stam niet helemaal recht is en ergens tegen de paal kan gaan schuren, bevestig dan ook daar een band.
Een andere methode is, een reep jute eerst enige malen rond de paal te winden en dan rond stam en paal tezamen, zodat er een dik stootkussen ontstaat. Bind het windsel met twee stukken stevig touw op zijn plaats. Controleer de verbinding enige keren per jaar, vooral na harde wind, en breng zo nodig een nieuwe band aan. Maak bij het dikker worden van de stam de band wat losser, zodat de stam niet afgeklemd wordt.
Verzorging & Vermeerdering
Water geven en bemesting na het planten
Voor jonge bomen is het goed als er in de vroege herfst of in de lente als de grond warm en vochtig is, een laag van 8 - 10 cm tuinturf, bladaarde of compost rondom de stam wordt gelegd. Een dergelijke laag houdt het vocht in de grond vast en voorziet de wortels van voedsel. Hij houdt de grond in de winter warm en geeft enige beschutting tegen vorst, terwijl hij in de zomer de grond koel houdt en ongewenste kruiden onderdrukt. Water geven is in het algemeen niet nodig, maar jonge bomen kunnen bij langdurige droogte, vooral in het voorjaar, verwelken. Geef de grond rondom de stam flink water, minstens 10 liter per keer, op lichte gronden nog meer.
Een andere methode is, een reep jute eerst enige malen rond de paal te winden en dan rond stam en paal tezamen, zodat er een dik stootkussen ontstaat. Bind het windsel met twee stukken stevig touw op zijn plaats. Controleer de verbinding enige keren per jaar, vooral na harde wind, en breng zo nodig een nieuwe band aan. Maak bij het dikker worden van de stam de band wat losser, zodat de stam niet afgeklemd wordt.
Verzorging & Vermeerdering
Water geven en bemesting na het planten
Voor jonge bomen is het goed als er in de vroege herfst of in de lente als de grond warm en vochtig is, een laag van 8 - 10 cm tuinturf, bladaarde of compost rondom de stam wordt gelegd. Een dergelijke laag houdt het vocht in de grond vast en voorziet de wortels van voedsel. Hij houdt de grond in de winter warm en geeft enige beschutting tegen vorst, terwijl hij in de zomer de grond koel houdt en ongewenste kruiden onderdrukt. Water geven is in het algemeen niet nodig, maar jonge bomen kunnen bij langdurige droogte, vooral in het voorjaar, verwelken. Geef de grond rondom de stam flink water, minstens 10 liter per keer, op lichte gronden nog meer.
Jonge bomen hebben weinig of geen bemesting nodig, maar kleine of verkleurde bladeren en vroege bladval bij wat oudere bomen wijzen op voedselgebrek. Om de voedingsstoffen gemakkelijk bereikbaar te maken voor de wortels kan een aantal gaten worden geboord in de wortelzone. Maak met een grondboor 30 cm diepe gaten die 50 - 70 cm uit elkaar liggen. Leg een trechter met wijde hals op het gat en giet er een korrelvormige samengestelde mest in of een meststof die speciaal wordt aan-bevolen voor bomen en heesters. Vul de gaten tot 4 cm onder het grondoppervlak en sluit ze af met aarde.
Grondscheuten Verwijderen Van Geënte Bomen Grondscheuten zijn de scheuten die dicht bij de basis van de stam uit de grond te voorschijn komen. Ze komen vooral voor op cultivars van Esdoorn, Berk, Meidoorn, |
Gouden Regen en Sierappel. Deze bomen zijn geoculeerd of geënt op de onderstam van een plant van hetzelfde of een verwant geslacht. Alle uitlopers van de onderstam moeten worden verwijderd. Pak de uitloper stevig vast en scheur hem goed af.
Uitzoeken van een nieuwe hoofdscheut na beschadiging van de oude
Wind kan de top van een jonge boom verbuigen en daardoor de hoofdtak vervormen of zelfs doen afknappen. Kies voor het op gang brengen een nieuwe groei en andere scheut als hoofdtak uit. Deze moet opgaand groeien en zo dicht mogelijk bij de beschadigde hoofdtak staan. Neem een stevige tonkinstok ( bamboe- ) die zolang is dat hij aan de boompaal gebonden nog 60 cm boven de nieuwe hoofdscheut uitsteekt. Maak de boomband aan de top van de paal los, steek de stok tussen band en paal en maak de band weer vast. Bind met stevig touw het ondereinde van de stok tegen de paal en maak met nylonkoord de nieuwe hoofdscheut op meerdere plaatsen vast aan de stok. Verwijder de oude hoofdtak. Laat de stok ongeveer twee jaar zitten of tot de scheut sterk genoeg is om zichzelf overeind te houden. Waarom groenblijvende bomen soms bruin worden Groenblijvende bomen, vooral coniferen, kunnen er enige weken na het planten bruin en verschroeid uit gaan zien. Dit komt door gebrek aan water of door harde, droge wind. Houd de wortels van pas geplante coniferen daarom voldoende vochtig door ze eenmaal per week minstens tien liter water te geven. Besproei in droge perioden de takken 's avonds licht. Vooral coniferen maar ook alle andere bomen die in een pot of kuip staan moeten regelmatig en flink worden begoten. Zelfs in de winter kan water geven noodzakelijk zijn, vooral als de containers beschut staan opgesteld tegen wind uit de regenhoek. |
Ook jonge bomen kunnen verschroeien door de wind, vooral in de lente. Maak van jute of dik plastic een scherm dat even hoog is als de boom. Zet om de boom heen drie of vier stokken in de grond en bevestig daaraan het scherm. Laat de bovenkant open, zodat de regen wel bij de boom kan komen.
Nieuwe Bomen Opkweken Uit Oude
Er zijn maar weinig amateur tuiniers die proberen zelf bomen te vermeerderen, want dit is niet een langzaam proces, maar vraag meestal ook vakmanschap en soms bovendien dure voorzieningen. Toch kunnen Populieren en Wilgen vrij gemakkelijk worden vermeerderd van 25 - 30 lang winterstek dat in november wordt genomen van eenjarige takken. Laat de stekken wortelen in de volle grond. Hulst en Tulpenboom kunnen worden vermeerderd door in de lente de laaghangende takken af te leggen. Volg de instructies voor het afleggen van heesters. Sommige bomen zoals Acacia ( Robinia pseudoacacia ) en de Witte Abeel ( Populus alba ) produceren wortelopslag. Deze uitlopers uit de wortels kunnen in de rustperiode ( herfst tot lente ) worden opgegraven en op een vrij plekje grond worden opgekweekt. Laat ze daar twee jaar staan en geef ze dan een nieuwe vaste plaats. Deze methode is enigszins riskant, omdat de boom kan zijn geënt of geoculeerd op een andere onderstam. In dat geval vermeerdert men dus niet de verlangde boom, maar de onderstam. Voor het stekken van de meeste andere bomen is een verwarmd rabat met een nevelinstallatie in de warme kas onontbeerlijk. Er is zeer veel vakman-
schap nodig om de stekken op te kweken. De vermeerdering van bomen is veel meer echt vakwerk dan die van heesters. Op de kwekerijen worden de bomen opgekweekt uit zaad, dat zelden in de handel is.
Wat er mis kan gaan met bomen
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de meest voorkomende problemen die zich bij bomen kunnen voordoen.
Als je hierover meer informatie nodig hebt of als je symptomen waarneemt die niet in deze tabel staan, raadpleeg dan het hoofdstuk "Herkennen van Plagen & Ziekten".
Nieuwe Bomen Opkweken Uit Oude
Er zijn maar weinig amateur tuiniers die proberen zelf bomen te vermeerderen, want dit is niet een langzaam proces, maar vraag meestal ook vakmanschap en soms bovendien dure voorzieningen. Toch kunnen Populieren en Wilgen vrij gemakkelijk worden vermeerderd van 25 - 30 lang winterstek dat in november wordt genomen van eenjarige takken. Laat de stekken wortelen in de volle grond. Hulst en Tulpenboom kunnen worden vermeerderd door in de lente de laaghangende takken af te leggen. Volg de instructies voor het afleggen van heesters. Sommige bomen zoals Acacia ( Robinia pseudoacacia ) en de Witte Abeel ( Populus alba ) produceren wortelopslag. Deze uitlopers uit de wortels kunnen in de rustperiode ( herfst tot lente ) worden opgegraven en op een vrij plekje grond worden opgekweekt. Laat ze daar twee jaar staan en geef ze dan een nieuwe vaste plaats. Deze methode is enigszins riskant, omdat de boom kan zijn geënt of geoculeerd op een andere onderstam. In dat geval vermeerdert men dus niet de verlangde boom, maar de onderstam. Voor het stekken van de meeste andere bomen is een verwarmd rabat met een nevelinstallatie in de warme kas onontbeerlijk. Er is zeer veel vakman-
schap nodig om de stekken op te kweken. De vermeerdering van bomen is veel meer echt vakwerk dan die van heesters. Op de kwekerijen worden de bomen opgekweekt uit zaad, dat zelden in de handel is.
Wat er mis kan gaan met bomen
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de meest voorkomende problemen die zich bij bomen kunnen voordoen.
Als je hierover meer informatie nodig hebt of als je symptomen waarneemt die niet in deze tabel staan, raadpleeg dan het hoofdstuk "Herkennen van Plagen & Ziekten".
Symptomen
Bladeren gedeeltelijk of geheel bedekt met een wit, poederachtig schimmelpluis Jonge bladeren en scheuttoppen hierdoor misvormd Plotseling afsterven van de boom In de herfst rondom aangetaste bomen en dode stammen bruingele paddenstoelen Zwarte schimmelgroei op de bladeren en scheuten Jonge scheuten en bladeren misvormd, kleverig door honingdauw en bedekt met groene, rode of zwarte insecten De bladeren vertonen gaten of zijn samengesponnen of geskeletteerd |
Oorzaak / Bijzonderheden
Meeldauw Honingzwam. Op de wortels vindt men zwarte en in de stam witte schimmeldraden Roetdauw Groeit op honingdauw, het uitscheidingsproduct van bladluizen, schade van weinig belang Bladluizen Rupsen |
Het Snoeien van Dichte Bomen met Ronde Kroon
Bomen hoeven slechts zelden gesnoeid te worden, omdat ze van de kweker al de juiste grondvorm hebben meegekregen. Coniferen mogen niet worden gesnoeid tenzij er meer hoofdtakken ontstaan. Bij oudere coniferen kunnen lage bruine takken geheel tot op de stam worden afgesneden. Vele bomen met ronde kroon zoals Sierappel en Meidoorn groeien bij het ouder worden te dicht. Nu en dan uitdunnen is noodzakelijk om een goede vorm te handhaven. Snijd alle zwakke, dode of beschadigde takken geheel weg en ook een aantal van de zijtakken die naar binnen groeien. Snijd ook alle takken weg die andere kruisen. Na het snoeien moet de boom een vaasvorm hebben. Snoei bladverliezende bomen nadat de bladeren zijn afgevallen, tussen november en februari. Japanse Kers kan het best in de nazomer worden gesnoeid. Berk, Esdoorn en Walnoot mogen niet later dan november worden gesnoeid. Groenblijvende bomen kunnen indien nodig in maart of april worden gesnoeid.
Het Wegnemen van Jonge Zijscheuten uit de Stam
Op de plaats waar een grote tak van de stam is verwijderd, kunnen rechte dunne scheuten verschijnen. Deze moeten tot op de stam worden afgeknipt. Op nog niet tot stamboom gesnoeide jonge bomen kunnen zijscheuten uit de stam komen. Snoei deze wat bij tot de stam de gewenste lengte heeft en neem ze daarna geheel weg ( Beuk ).
Het Inkorten van een te Lange Tak
Meestal zal een boom zijn horizontale takken in de goede vorm uitspreiden, maar soms kan een tak te hard groeien en het model van de boom bederven. Zulke takken moeten in de rustperiode worden teruggesnoeid om de symmetrische vorm van de boom te herstellen. Snijd alle takken die te krachtig groeien met ongeveer tweederde terug tot waar een zijtak zit die in dezelfde richting groeit. Gebruik hiervoor een snoeischaar of zaag, is de tak dikker dan 3 cm dek dan de wond niet af !
Het Verwijderen van een Tweede Hoofdtak
Sommige bomen vooral die met een opgaande, kegel- of piramidevormige groeiwijze, vormen in de top twee hoofdtakken in plaats van één. Dit doet afbreuk van de vorm van de boom. Een tweede hoofdtak op een éénstamige boom, meestal een conifeer, moet tot aan zijn oorsprong worden verwijderd. Snoei bij andere bomen, die van nature zijtakken vormen, de tweede hoofdtak tot op de helft terug. Knip hem schuin af, juist boven een naar buiten en naar boven wijzende knop. Het snoeien van concurrerende hoofdtakken gebeurt bij bladverliezende bomen in november, bij coniferen in maart - april.
Bomen hoeven slechts zelden gesnoeid te worden, omdat ze van de kweker al de juiste grondvorm hebben meegekregen. Coniferen mogen niet worden gesnoeid tenzij er meer hoofdtakken ontstaan. Bij oudere coniferen kunnen lage bruine takken geheel tot op de stam worden afgesneden. Vele bomen met ronde kroon zoals Sierappel en Meidoorn groeien bij het ouder worden te dicht. Nu en dan uitdunnen is noodzakelijk om een goede vorm te handhaven. Snijd alle zwakke, dode of beschadigde takken geheel weg en ook een aantal van de zijtakken die naar binnen groeien. Snijd ook alle takken weg die andere kruisen. Na het snoeien moet de boom een vaasvorm hebben. Snoei bladverliezende bomen nadat de bladeren zijn afgevallen, tussen november en februari. Japanse Kers kan het best in de nazomer worden gesnoeid. Berk, Esdoorn en Walnoot mogen niet later dan november worden gesnoeid. Groenblijvende bomen kunnen indien nodig in maart of april worden gesnoeid.
Het Wegnemen van Jonge Zijscheuten uit de Stam
Op de plaats waar een grote tak van de stam is verwijderd, kunnen rechte dunne scheuten verschijnen. Deze moeten tot op de stam worden afgeknipt. Op nog niet tot stamboom gesnoeide jonge bomen kunnen zijscheuten uit de stam komen. Snoei deze wat bij tot de stam de gewenste lengte heeft en neem ze daarna geheel weg ( Beuk ).
Het Inkorten van een te Lange Tak
Meestal zal een boom zijn horizontale takken in de goede vorm uitspreiden, maar soms kan een tak te hard groeien en het model van de boom bederven. Zulke takken moeten in de rustperiode worden teruggesnoeid om de symmetrische vorm van de boom te herstellen. Snijd alle takken die te krachtig groeien met ongeveer tweederde terug tot waar een zijtak zit die in dezelfde richting groeit. Gebruik hiervoor een snoeischaar of zaag, is de tak dikker dan 3 cm dek dan de wond niet af !
Het Verwijderen van een Tweede Hoofdtak
Sommige bomen vooral die met een opgaande, kegel- of piramidevormige groeiwijze, vormen in de top twee hoofdtakken in plaats van één. Dit doet afbreuk van de vorm van de boom. Een tweede hoofdtak op een éénstamige boom, meestal een conifeer, moet tot aan zijn oorsprong worden verwijderd. Snoei bij andere bomen, die van nature zijtakken vormen, de tweede hoofdtak tot op de helft terug. Knip hem schuin af, juist boven een naar buiten en naar boven wijzende knop. Het snoeien van concurrerende hoofdtakken gebeurt bij bladverliezende bomen in november, bij coniferen in maart - april.
Het Verwijderen van Ongewenste Dikke Takken
Soms is het nodig een grote dikke tak te verwijderen, omdat het beschadigd is of omdat het in een verkeerder richting of over de tuin van de buren groeit. Als de tak lang is, kort het dan in tot 50 cm van de stam, door er telkens een stuk van handel-bare lengte af te zagen. Hiermee voorkom je dat de tak afscheurt en de stam beschadigd wordt. Een tak die een ongunstige stand heeft kan worden vastgebonden aan een tak er boven om te voorkomen dat het tijdens het afzagen gevaarlijk gaat zwaaien. Verwijder nu het overgebleven stuk van de tak, zaag eerst van onderaf, vlak tegen de stam, tot een derde van de middenlijn van de tak. Zaag verder vanaf de bovenkant tot de onderste snede is bereikt. Maak het ruwe oppervlak van de wond glad met een scherp mes, en smeer deze daarna niet meer in met wondwas. Wondwas houdt vocht en insecten vast ! |